We kennen allemaal de uitdrukking “als het in Parijs, regent druppelt het in Brussel”. De folf van faillissement heeft echter niets met druppels in Parijs te maken, maar veel met het gegeven dat de banken de geldkraan nog altijd maar mondjesmaat laten druppelen, zoals u in één van onze artikels van vorige week kon lezen.
Het verklaart mee het feit dat heel wat bedrijven moeite hebben om de financiële eindjes aan elkaar te knopen. Dat is ook in eerste week van de lente van 2015 gebleken. Liefst 51 Oost-Vlaamse bedrijven moesten tussen 23 en 30 maart de boeken neerleggen. Daaronder onder meer een bekend revisorenkantoor in Sint-Martens-Latem en een vleesverwerkend bedrijf uit Laarne. En opnieuw blijken de falingn niet alleen bedrijven te treffen met een zwakke kapitaalstructuur, maar ook steeds meer nv’s en bvba’s.
Achter de boodschap dat het macro-economisch dan wel wat beter gaat, blijkt dus in kmo-land nog veel leed schuil te gaan. We kunnen alleen maar hopen dat de betrokken ondernemers daardoor geen stigma opgekleefd krijgen en dat ze de moed niet verliezen om te blijven ondernemen. Want de nood aan ondernemerschap, met name ook om jobs te creëren voor jongeren, is groter dan ooit.
Meer informatie over de recentste faillissementen vindt u op www.madeinoostvlaanderen.be/falingen.
