Het Hof boog zich donderdag over het overbruggingsrecht dat tijdens de coronapandemie werd ingevoerd voor zelfstandigen. Er was daarbij een hoger uitkeringsbedrag voorzien voor zij die ook kinderen ten laste hadden, wat nadien werd gecontroleerd aan de hand van de gegevens van de ziekteverzekering.
Het supplement bleek immers enkel bestemd te zijn voor ondernemers bij wiens ziekenfonds één of meerdere kinderen waren ingeschreven als personen ten laste, en niet voor ondernemers wiens kinderen bijvoorbeeld ingeschreven zijn bij het ziekenfonds van een vroegere partner. Het supplement werd eind 2022 dan ook teruggevorderd bij ruim 38.000 zelfstandigen.
Lees ook: Danny Van Assche stopt “per direct” als topman van ondernemersorganisatie Unizo
Een aantal ondernemers betwistte het criterium, maar het Hof ontwaardde donderdag geen inbreuk op de grondwet en stelde dat het verschil in behandeling berust op een objectief criterum en ook geen onevenredige gevolgen heeft. Unizo vreest dat de federale overheid nu mogelijk zal doorzetten met de terugvordering van het supplement bij nog ruim 10.000 ondernemers. Het gemiddelde bedrag is 3.330 euro.
Volgens Unizo was op het moment van de aanvraag niet duidelijk dat de kinderen op de naam van de ondernemer moesten ingeschreven zijn bij het ziekenfonds en handelde het overgrote deel van de aanvragers te goeder trouw. De organisatie raadt hen aan om een kwijtschelding aan te vragen. Meer dan 3.500 ondernemers deden dat al, en twee derde kreeg minstens een gedeeltelijke kwijtschelding.
“Als 38.000 ondernemers dezelfde ‘fout’ maakten, en de RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, nvdr) in twee derde van de zaken die al voorkwamen de schuld kwijtschold, dan is er duidelijk iets fout gelopen. Echte fraude moet aangepakt worden, maar dat is dit duidelijk niet”, zegt adjunct-directeur Frank Socquet van de studiedienst.