Werkgevers kunnen langdurig zieken sneller ontslaan zonder opzegvergoeding © Inge Yspeert/anp

Werkgevers kunnen langdurig zieken sneller ontslaan zonder opzegvergoeding

Werkgevers kunnen voortaan al na zes maanden de procedure starten om een langdurig zieke werknemer te ontslaan. “De motivatie van de werkgever om in aangepast werk te voorzien zal nog afnemen”, reageert de vakbond.

 

De regering-De Wever verkort de termijn voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een door ziekte langdurig arbeidsongeschikte van negen tot zes maanden. De maatregel wordt ingevoerd zodra de programmawet Werk groen licht heeft gekregen in het parlement. Na die periode van zes maanden kan de werkgever, maar ook de werknemer zelf, de arbeidsovereenkomst beëindigen wegens medische overmacht. Dat gebeurt altijd na tussenkomst van een adviserende arts. Ontslag om medische redenen kan alleen als de arts vaststelt dat de werknemer ongeschikt is voor zijn job of voor een andere functie binnen het bedrijf waar hij werkt.

Cijfers van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg tonen aan dat in 2023 in zeven op de tien gevallen de werkgever het initiatief nam voor ontslag. De werkgever moet dan geen opzegvergoeding betalen, maar alleen een bijdrage van 1.800 euro aan het zogenoemde Terug naar werk-fonds. De ontslagen werknemer kan daaruit putten om gespecialiseerde dienstverlening (zoals loopbaanbegeleiding op maat) te kopen. Een werknemer die na medisch ontslag op straat komt, ook al nam hijzelf daarvoor het initiatief, krijgt zonder wachttijd een uitkering.

Dezelfde cijfers toonden ook al aan dat medisch ontslag vaak voorkomt. In 2023 werd voor meer dan 22.800 langdurig arbeidsongeschikte personeelsleden een beslissing genomen over hoe het verder moest op de werkvloer. Voor meer dan 80 procent van hen werd een procedure medische overmacht opgestart.

“Contraproductief”

“Die verkorte termijn zal een negatieve impact hebben op de motivatie van de werkgever om in ander of aangepast werk te voorzien”, zegt Bert Engelaar, topman van het ABVV. “Vandaag wordt er al te vaak gemakshalve van uitgegaan dat aangepast werk niet mogelijk is.”

Ook het ACV kijkt erg kritisch naar de verkorting van de termijn. “Van de negatieve maatregelen die deze regering nam over langdurig zieken, is dit misschien wel de meest contraproductieve”, zegt Maarten Hermans, expert welzijn op het werk bij de christelijke vakbond. “Die termijn van negen maanden werd net afgesproken om herstel en re-integratie een kans te geven. Nu wordt die gewoon een vluchtroute om werknemers snel naar de sociale zekerheid te sturen. Is dat niet het omgekeerde van wat deze regering wil?”

Lode Godderis. © Kristof Vadino

‘Ontslagmachine’

Lode Godderis, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven, vindt de verkorting wél een goede zaak. “Meestal is het al na minder dan negen maanden duidelijk dat een terugkeer naar het werk bij de huidige werkgever onmogelijk is. Als de zoektocht naar een job op een andere plek pas na negen maanden gestart kan worden, bemoeilijkt dat alleen maar een terugkeer naar werk. De regering heeft bovendien extra incentives ingebouwd om de werkgever aan te moedigen tijdens die eerste zes maanden werk te maken van de re-integratie.”

De regeling rond medisch ontslag werd in 2023 ingevoerd door de regering-De Croo. Tot dan hadden be­drijven maar een formele optie voor langdurig zieke werknemers: een re-integratietraject. Soms ­leidde dat naar aangepast werk, maar als dat niet lukte, kon er toch tot ontslag worden over­gegaan. Dat gebeurde erg vaak. Heel wat re-integratietrajecten werden gebruikt als ‘ontslagmachine’.

Toenmalig minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) besloot vervolgens om de ­re-integratie­trajecten volledig los te koppelen van een ontslag vanwege medische overmacht. “Daar zijn die projecten niet voor bedoeld, wel om mensen weer aan het werk te helpen”, zei Dermagne. Sinds 2023 bestaan er dan ook twee aparte sporen: beginnen met een re-integratietraject óf met de ­procedure medische overmacht. De termijn voor die laatste procedure wordt nu dus ingekort.