Volgens minister van Economie Kris Peeters is het concurrentievermogen van de Belgische bedrijven aan de beterhand. Tot zo ver het goede nieuws. Toch is er maar sprake van een vrij lichte vooruitgang (0,1 procent). Peeters stelde samen met de FOD Economie de tweede editie voor van de “Boordtabel van het Concurrentievermogen”, en dit zes maanden na de publicatie van de eerste editie. In de boordtabel wordt de competitiviteit van België geobserveerd aan de hand van om en bij de veertig indicatoren, gegroepeerd rond vier thema’s. De Belgische prestaties worden voor deze indicatoren vergeleken met de prestaties van onze buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland).
Volgens Kris Peeters toont de tweede editie aan dat er sprake is van een opvallend kantelpunt in het concurrentievermogen. Er is namelijk voor het eerst sinds 2008 een gunstige evolutie van de loonkost per eenheid product. Probleem blijft niettemin dat er tussen de Belgische loonkost per uur en die in het buitenland nog altijd een kloof gaapt. In ons land kost een gemiddeld uurloon 39 euro. In Duitsland en in Nederland is dat respectievelijk 31,40 euro en 34 euro. (KC)