De dramatische tuimeling die de Limburgse economie in april te beurt viel, lijkt intussen een beetje gebroken te zijn. Uit een nieuwe Polsslag Ondernemend Limburg van Unizo en VKW Limburg, komen de eerste tekenen van beterschap aan de oppervlakte.
Waar de prognose bij de vorige bevraging een negatief resultaat van 69 punten aangaf, is de uiteindelijke evaluatie van Q2 blijven steken op -37,9 punten. Ondanks alles nog steeds een bedroevende score. Zo daalde bij 65% van de Limburgse bedrijven de omzet in vergelijking met 2019. 56% van de exportbedrijven zag de export afnemen en in 33% van de ondernemingen daalde de tewerkstelling. Zowat 40% geeft een neerwaartse knik in het investeringsritme aan en maar liefst 57% zag een afname van de winstmarge. De minst negatieve cijfers komen van de bouwsector en -misschien opvallend- van de detailhandel. De bedrijven met 5 tot 20 werknemers doen het gemiddeld beter dan die van de andere grootte-ordes.
Voor Q3 is de prognose opnieuw iets milder: de vooruitzichten voor het derde kwartaal blijven met -22,9 dan wel duidelijk negatief, maar toch nemen de Limburgse ondernemers hiermee wat afstand van de vorige prognose in april (-69,0) en van de evaluatie van het voorbije kwartaal (-37,9).
Veerkracht
Bart Lodewyckx van Unizo Limburg geeft zijn mening: “De directe economische schade is voor heel wat ondernemers niet te onderschatten, en er heerst nog heel veel onzekerheid over de toekomst. Toch waren er in de afgelopen periode ook verhalen van ondernemers die zich tijdens, en net dankzij, de crisis heruitvonden en met nieuwe diensten of producten op de markt kwamen. Ook waren er elke maand nog starters. De kleine vooruitgang in de – weliswaar nog altijd negatieve – POL-cijfers is dan ook zeker tekenend voor de veerkracht van onze Limburgse ondernemers. Veerkracht die hand in hand gaat met voldoende zin voor realiteit, maar wel duidelijk met een blik vooruit.
Vertrouwen
Ruben Lemmens van VKW Limburg voegt toe: “In het belang van het verdere herstel van onze economie mogen wij de teugels nu niet lossen. We moeten de opgelegde regels nauwgezet blijven volgen en voorbereid zijn op heropflakkeringen. Tegelijk moet voluit werk gemaakt worden van concrete actie om onze economie krachtig te stimuleren. Er moet bijvoorbeeld een versoepeling komen in de regeling omtrent avondwerk en nachtarbeid. Pieken en dalen in het werk moeten gewoonweg vlotter kunnen worden opgevangen. En om de vraag terug op niveau te krijgen moeten private en publieke investeringen gestimuleerd worden. Want niet koopkracht is nu het probleem, wel vertrouwen. Een krachtdadige regering die durft te investeren heeft een veel groter effect dan de kortzichtige sinterklaasmaatregelen die nu de orde van de dag lijken te bepalen.”
