Agoria wil dat Vlaanderen zich profileert als technologieregio

wilson de pril

Agoria vindt het positief dat Vlaanderen meer focus legt in haar beleid rond internationaal ondernemen en juicht toe dat er zal gestreefd worden naar meer samenwerking tussen de actoren en minder overlap in dienstverlening. De federatie van de technologische industrie in Vlaanderen vraagt wel dat er meer nadruk komt op export buiten de EU, want vandaag is de Vlaamse export nog te veel afhankelijk van onze buurlanden.

Vlaanderen moet zich volgens Agoria niet enkel meer profileren als land van bier en chocolade, maar ook als industriële en technologische hotspot. Internationaal draait het meer en meer om technologische voorsprong. Onze exportbedrijven moeten volgens Agoria hoge productiekosten compenseren door unieke producten en diensten aan te bieden. Internationale investeerders komen naar Vlaanderen omwille van de kennis en de samenwerkingsmogelijkheden op het vlak van innovatie die hier zijn.

Vlaanderen heeft een sterke en innovatieve maakindustrie en moet internationaal gerichter gaan werken rond een aantal industriële en technologische sterktes zoals nieuwe materialen, mechatronica, lucht –en ruimtevaart, offshore windenergie en innovatieve ICT-oplossingen  zoals  'internet of things', digitale oplossingen voor de maakindustrie, soft- en hardware voor medische toepassingen.

Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen pleit daarom voor meer technologieattachés: “Het aantal technologieattachés in het FIT-netwerk, gericht op een aantal specifieke domeinen, moet fors omhoog want meer en meer is internationaal ondernemen een zaak van technologie en innovatie”.

Nog geen dertig procent van onze export gaat naar landen buiten de EU. In landen als Frankrijk, Duitsland, Zweden en Finland schommelt dit rond 45 procent. “Het wordt tijd dat we echt internationaal gaan denken”, zegt De Pril. “Meer dan de helft van de exportgroei in de technologische industrie van de afgelopen tien jaar is afkomstig van onze export naar de groeimarkten. Het is in de verre en moeilijkere markten dat ook de toekomstige groei zal zitten”. Agoria Vlaanderen vraagt dat het zwaartepunt in het VLEV-netwerk resoluut op ondersteuning in de exportmarkten buiten de EU komt te liggen.

“Om maatwerk te kunnen bieden aan bedrijven, moeten we de krachten bundelen en afspraken maken”, zegt De Pril. We moeten ons organiseren als een complementair netwerk van dienstverleners. “Enkel door maximaal samen te werken kunnen we als kleine regio opboksen tegen de grote exportmogendheden.”