Ondanks de onzekerheid staan de Europese CFO’s steeds positiever tegenover de toekomst, en de Belgische CFO’s doen daar nog een schepje bovenop. Dat besluit Deloitte op basis van haar enquêtes onder Belgische en Europese CFO’s.
Voor de studies van Deloitte in de verschillende Europese landen, werden 1300 Europese CFO’s ondervraagd in het eerste kwartaal van 2015. Uit de Europese studie bleken de CFO’s het voorbije kwartaal voorzichtig optimistisch over hun bedrijfsactiviteiten, maar de CFO’s in de driemaandelijkse Belgische studie zijn duidelijk positiever en verwachten groei voor hun bedrijf.
De Europese CFO Survey bevat de resultaten van de verschillende nationale surveys die de Deloitte-afdelingen in het eerste kwartaal van 2015 organiseerden in veertien Europese landen, waaronder ook het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Uit de analyse van de visie van meer dan 1.300 CFO’s blijkt dat gemiddeld 33 prcoent optimistischer is over de vooruitzichten voor hun bedrijf, en dat 18 procent de toekomst minder rooskleurig inschat.
Niettemin zijn er landen waar het optimisme zoek is. Het optimisme is gemiddeld het laagst in Zwitserland met -58%, gevolgd door Noorwegen (-25%) en Frankrijk (-11%). De Spaanse CFO’s daarentegen zijn het meest positief (67%), gevolgd door Finland (34%) en Nederland (33%). Het optimisme is groter in de landen van de eurozone (20%) dan in de andere landen (4%). Ook de Belgische CFO’s zijn 2015 optimistisch begonnen, en de financiële resultaten van de bedrijven voor het eerste kwartaal vielen mee. De financieringen zijn goedkoop en bankleningen zijn nog nooit zo aantrekkelijk geweest sinds de lancering van de CFO survey begin 2009. De CFO’s zijn van mening dat de financiële en economische risico’s aanzienlijk zijn gedaald en de risicobereidheid neemt toe.
Er is vooral bezorgdheid over de snelheid van het economisch herstel, de concurrentiekracht van de ondernemingen en de impact van wetswijzigingen. Maar het tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten staat nu hoger op de lijst. De meeste CFO’s lijken zich geen zorgen te maken over de stabiliteit van de eurozone.
De CFO’s in Europa vinden geopolitieke risico’s, een mogelijke daling van de binnen- of buitenlandse vraag en een striktere regulering de belangrijkste risico’s voor hun bedrijf. Interne risico’s, zoals de beschikbaarheid van gekwalificeerde werknemers en de globale personeelskosten, scoren minder hoog.
Volgens de CFO’s zullen meer nationale structurele hervormingen de concurrentiekracht in Europa verbeteren: 93 procent meent dat dit efficiënt of zelfs zeer efficiënt zal zijn om de groei te ondersteunen. Ook een toename van overheids- en pan-Europese investeringsuitgaven scoort hoog: 83 procent van de CFO’s vindt dat dit de groei zou bevorderen en 56 procent wil dat er een einde komt aan de bezuinigingsmaatregelen.
Gemiddeld is 8 prcent voor het verdwijnen van de euro (3 procent in de landen van de eurozone en 17 procent in de andere landen), en 36 procent van de CFO’s in de eurozone zijn voor meer politieke bevoegdheden voor de nationale regeringen, tegenover 67 procent in de landen buiten de eurozone. Bedrijven zien vooral opportuniteiten buiten de EU. De survey wijst uit dat de investeringsprognoses van meer internationaal gerichte bedrijven dubbel zo hoog zijn als die van andere bedrijven en dat de verwachte inkomsten ook hoger zijn. De CFO’s blijven positief over de financiële en economische prioriteiten van de Belgische regering, maar het grote enthousiasme dat bleek uit de survey bij het aantreden van de regering, is weggeëbd. (Geert Degrande)