De Belgische loonkosten zijn het voorbije jaar licht gedaald in vergelijking met andere Europese landen. Ons land wordt daardoor iets aantrekkelijker voor werkgevers. Dat blijkt uit een vergelijkend Europees onderzoek van Deloitte. Het consultancybureau met hoofdzetel in Diegem (Machelen) schrijft de stijging van de Belgische competitiviteit toe aan de taxshift.
België staat nog altijd op de vierde plaats in de lijst met duurste landen als we rekening houden met alle loonniveaus. Ons land doet het daarmee wel beter dan in 2015, toen het nog de tweede plaats bezette in het onderzoek van Deloitte.
Bij de laagste lonen wordt België op de zevende plaats geklasseerd, in de lijst van negentien onderzochte Europese landen. Uit het onderzoek blijkt voorts dat de Belgische werknemer een lager nettoloon heeft dan in andere Europese landen.
“Als we naar de nettolonen kijken, bengelt België vaak onderaan de Europese rangschikking. Dat komt door het hoge marginale tarief van belastingen (53,5 procent) vanaf een zeer laag inkomen (38.080,01 euro). Andere landen passen een hoog marginaal tarief pas toe vanaf een hoger inkomen”, zegt Deloitte in de studie.
Tegelijk wordt wel gesteld dat werknemers met een laag inkomen sinds de taxshift meer overhouden van hun brutoloon. Bovendien scoren de Belgische werknemers al beter wanneer er rekening wordt gehouden met de kosten voor huisvesting en levensonderhoud en met de inkomsten uit de kinderbijslag. Dan eindigt ons land in de middenmoot.