Lucas was lang op zoek naar de weg die hij in het leven wilde volgen. “Na mijn humaniora startte ik een opleiding burgerlijk ingenieur op de universiteit”, vertelt hij. “Maar dat was geen succes: ik was op alles geflest.” Iets anders dus. “En dat werd politieke wetenschappen, maar in avondschool startte ik ook een opleiding voor beenhouwer.”
Die politieke wetenschappen was ook geen lang leven beschoren. “In het middelbaar lukte het nog, maar eens in het hoger onderwijs werd het echt duidelijk dat studeren niets voor mij is en blokken mijn ding niet is”, luidt het. “‘Maar wat doe je dan wel graag?’, vroegen mijn ouders. Wel, wat ik plezant vond was frietjes verkopen bij FC Kapelle waar ik voetbalde: onder de mensen zijn, verkopen, bezig zijn met mijn handen,… En dus begon ik te na te denken. Bakker was niks voor mij, want fijne afwerking zoals bij patisserie is ook niet aan mij besteed. Beenhouwer kwam in mij op en ik startte een opleiding in avondschool.”
Pop-uprestaurant
En hij bleek zijn draai gevonden te hebben. “Bij slagerij De Knop in Sint-Ulriks-Kapelle mocht ik meehelpen, onder meer met uitbenen”, getuigt Lucas. “Dat vond ik echt tof. In januari 2018 besliste ik om volledig voor beenhouwer te gaan. Met steun van mijn ouders. Ze zeiden dat ik moest doen wat ik graag wil doen, maar dan wel goed moet zijn. Zo niet de beste zelfs. Mijn stage deed ik in een slagerij in Molenbeek waar ik veel leerde. Na het afstuderen in 2019 werd ik er zelfs gerant. Ik mocht mijn plan er zelf trekken: ik maakte mijn eigen sauzen, en mijn eigen preparé.”
Lucas kocht een pand in de Verheydenstraat, op de plaats waar vroeger koffiebar Skuim onderdak vond. In oktober 2023 opende Lucas hier zijn pop-uprestaurant met plek voor twintig couverts. “Op de kaart stonden stoofvlees, vol-au-vent, bereide tartaar en kaas- en garnaalkroketten. Het restaurant sloot in 2024. Ik deed het graag, maar het was ook mijn ding niet echt. Ik ben veel liever beenhouwer.”
Tijdelijk
Dus was het opnieuw zoeken. “Tot een voormalige slagerij in de Kasteelstraat te huur kwam te staan”, vervolgt de twintiger. “In december begonnen we met het inrichten en in februari gingen we open. Dit is ook een tussenoplossing. Intussen wordt het gebouw in de Verheydenstraat verder verbouwd. Een datum is er nog niet, maar ik denk hier in de Kasteelstraat toch nog twee jaar te blijven.”
“Maar ik zit hier goed als tijdelijke oplossing”, luidt het. “En ik blijf contact houden met de klanten. De gerechten uit het restaurant bied ik hier ook nog aan. Voorts werk ik met een runderboer samen die maar aan 45 slagerijen levert. Hij biedt een kruising van witblauw en Anjou aan. Heel veel producten maak ik zelf, zoals hespenworst, patés, alle salades waar geen vis in verwerkt is, hesp, traiteurgerechten, soepen enzovoort. En waar ik echt fier op ben is mijn preparé met zelfgemaakte saus.”