De versie 2025 van de Gedragscode voor goede relaties tussen brouwers, drankenhandelaars en de horecasector vormt volgens de initiatiefnemers een belangrijke stap voor een duurzame toekomst van de horeca. Het initiatief moet bijdragen tot een gezond ondernemingsklimaat met rendabele Horeca-ondernemingen, waarbij de hele waardeketen wordt versterkt.
Zo benadrukte minister van Middenstand, Zelfstandigen en Kmo’s Eléonore Simonet (MR) dat de horecasector goed is voor 151.683 arbeidsplaatsen en 40.000 zelfstandige ondernemers. “Deze herziene gedragscode is een cruciale stap om de horecasector future-proof te maken”, zei ze. Meer vrijheid, transparantie en rechtszekerheid moet hen helpen in een competitieve markt.
“zonder achterpoortjes”
Zo is er met de nieuwe gedragscode volgens de minister bijvoorbeeld een ruimer toepassingsgebied “zonder achterpoortjes”. Een tweede element is een betere informatievoorziening voor horeca-ondernemers voorafgaand aan het ondertekenen van contracten. Het gaat hier om meer transparantie over drankprijzen. Ook is er sprake van een “forse uitbreiding van verboden causules”. Dit moet bijvoorbeeld onrechtmatige prijswijzigingen of het verbreken van huurcontracten wegens niet voldoen aan afnamequota tegengaan.
Een vierde element is een verduidelijking van de regels rond exclusiviteit voor sterke dranken en speciaalbieren. Horeca-uitbaters moeten voor die dranken met andere woorden meer vrijheid krijgen. Ook is er nog een luik rond opleiding en tot slot wordt een versterkte rol voorzien voor de Verzoeningscomissie van de FOD Economie die optreedt bij conflicten.
De nieuwe gedragscode “biedt duidelijkheid en zekerheid aan onze horecaondernemers in deze uitdagende tijden”, aldus Matthias De Caluwe, CEO van Horeca Vlaanderen. Matthieu Léonard, topman van Horeca Brussel, hoopt dat er bovenop de gedragscode in elk gewest ook nog een “ambitieus en doelgericht” wettelijk kader volgt, om wanpraktijken in de sector efficiënter te bestraffen. Eerder dit jaar was er nog een betoging van cafégangers en cafébazen omdat ze de Belgische cafécultuur, het volkscafé en de bruine kroeg willen vrijwaren van faillissement als gevolg van “wurgcontracten”.
