DIEGEM – NTT Belgium, tot voor kort gekend als Dimension Data Belgium, installeert twee nieuwe supercomputers bij de universiteiten van Namen en Bergen. Door de nieuwe infrastructuur kunnen de onderzoeks-en onderwijsinstellingen vier keer sneller rekenen dan voorheen.
De nieuwe supercomputers zijn de laatste modellen van fabrikant Dell EMC. Met 1536 cores voor de universiteit van Namen en 1008 cores voor de universiteit van Bergen beschikken ze over vier keer meer rekenkracht dan voorheen. Ze hebben ook gevoelig meer geheugen en zijn een stuk energievriendelijker dan vroeger. Voor de aankoop werden twee aanbestedingen uitgeschreven, één per universiteit, waar verschillende leveranciers een voorstel konden formuleren. De NTT-oplossing was het voordeligst en leverde het hoogste totale rekenvermogen op.
Performantie
Dat de nieuwe clusters performanter zijn is goed nieuws voor de universiteiten en z’n onderzoekers, die de rekenkracht nodig hebben om berekeningen en simulaties sneller te voltooien. Enerzijds worden de uitvoeringstijden van de berekeningen aanzienlijk verkort, aan de andere kant kunnen onderzoekers nog complexere modellen gebruiken die dichter bij de realiteit staan. “Universiteiten over de hele wereld zijn meer dan ooit afhankelijk van supercomputers, vooral voor de ontwikkeling van complexe AI-algoritmen of simulatiemodellen op onderzoeksgebieden zoals astrofysica, energie, bio-informatica en de ontwikkeling van nieuwe materialen. De uitdaging is om sneller tot preciezere resultaten te komen en dus de verspreiding van kennis te versnellen”, zegt Pierre Dumont, Country Manager van NTT België. “We zijn trots dat NTT België hiertoe een substantiële bijdrage kan leveren.”
Consortium
De supercomputers vervangen de verouderde infrastructuur op de universiteiten. Ze maken deel het van het zogenaamde Consortium des Equipement de Calcul Intensif (CECI), een consortium van de vijf universiteiten uit de Fédération Wallonie-Bruxelles. CÉCI geeft elke onderzoeker in het consortium toegang tot computerclusters die aangepast zijn aan z’n behoeften. Sommige onderzoeken vereisen enorme computerkracht, andere vereisen groot geheugen, snelle verbindingen of andere specifieke apparatuur. Eén universiteit alleen kan haar onderzoekers niet zo’n diversiteit aan apparatuur bieden, en daarom worden de clusters gedeeld tussen de verschillende universiteiten.