De werkloosheid in Vlaams-Brabant kende de voorbije twaalf maanden een lichte daling met 1,3 procent. In juli waren er in deze provincie welgeteld 33.674 werklozen, tegenover 34.103 in dezelfde maand van 2014. Dat zijn er 429 minder. Het gaat om 6,62 procent van de beroepsbevolking, met iets meer vrouwen dan mannen. Die cijfers distilleerde Made in Vlaams-Brabant uit de nationale statistieken van de VDAB.
De nieuwste cijfers vergelijken het aantal niet-werkende werkzoekenden tussen juli 2015 en juli 2014. Vlaams-Brabant scoort globaal goed. Al is het altijd oppassen met hoeracijfers. Vergeleken met juni van dit jaar bijvoorbeeld is er een stijging met liefst 11 procent (30.335 werklozen). Gewijzigde federale regels, zoals een langere verplichte beschikbaarheid op de arbeidsmarkt, hebben een negatieve invloed op de statistieken. Of de compensatie een teken is van herstel van de Vlaamse arbeidsmarkt, zoals de Vlaamse regering graag doet geloven, is nog maar de vraag.
In vergelijking met andere Vlaamse provincies rijdt Vlaams-Brabant in het koppeloton. Alleen West-Vlaanderen doet beter met een daling met 1,8 procent. De andere provincies lieten een stijging optekenen: Antwerpen en Oost-Vlaanderen 0,3 procent en Limburg zelfs 1,9.
Er zijn behoorlijk grote regionale verschillen (zie kaartje). Hoegaarden en Boortmeerbeek scoren heel goed. Drie gemeenten doen het dan weer heel slecht: Geetbets, Lennik en Pepingen. Van de 65 gemeenten in de provincie behoren er nog 24 andere tot de categorie waar de klappen vallen. Opvallend: slechts acht daarvan (een op drie) behoren tot het arrondissement Leuven. Het arrondissement Halle-Vilvoorde vergaat het duidelijk minder goed, zowel in de Druivenstreek als de noordrand en het Pajottenland.
Grote verschillen zijn er ook bij de doelgroepen. De jeugdwerkloosheid (jonger dan 25 jaar) daalt met 5,4 procent, de middencategorie (25 tot 50 jaar) met 4,9. Bij de 55-plussers is er een forse stijging met 10,4 procent. Het aantal langdurig werkzoekenden (meer dan een jaar) nam toe met 4,6 procent. In de categorie langer dan twee jaar liep die stijging op tot 12,1 procent.
