ADMB integreert HR-softwarepakket van Roeselaarse kmo

visual

HR-dienstengroep ADMB heeft per 1 september 2016 het softwarepakket e-OK overgenomen van OKc uit Roeselare. e-OK is een digitaal HR-platform voor kmo’s. Samen met de experts van OKc wil Groep ADMB dit pakket verder uitbouwen op maat van ondernemende klanten. e-OK is het geesteskind van Patrick Verschelde. Na eerder ervaringen als HR-manager bij onder meer Barco en De Witte Lietaer richtte Verschelde in 2001 zijn eigen softwarebedrijf OKc op. OKc legde zich van bij de start toe op de ontwikkeling van online HR-tools. Het HR-softwarepakket e-OK is een online platform waarmee ondernemers en organisaties alle facetten van hun HR-beleid digitaal kunnen ondersteunen. Het pakket bevat onder meer een tijdsregistratietool die naadloos geïntegreerd is met de verloningstoepassingen van sociale secretariaten. De module Employee Self Service biedt een interactief HR-loket waarlangs medewerkers niet alleen hun verlofaanvragen kunnen doorgeven, maar bijvoorbeeld ook toegang krijgen tot het opleidingsaanbod van hun werkgever.

De experts van OKc maken de overstap naar Groep ADMB. Patrick Verschelde versterkt het managementteam van de groep. Schouder aan schouder met de ADMB-experts zal hij het aanbod in HR-advies en begeleiding mee vormgeven. “Een kwalitatieve tool als e-OK past perfect in onze strategie om ondernemingen te ondersteunen en begeleiden in alles wat met hun mensen te maken heeft”, verduidelijkt Philip Van Eeckhoute, gedelegeerd bestuurder van Groep ADMB. “We zijn dan ook bijzonder tevreden vandaag onze dienstverlening te kunnen verruimen met dit pakket én met de knowhow van enkele zeer getalenteerde mensen. Samen zullen we e-OK verder uitbouwen op maat van onze klanten.” Voor Patrick Verschelde is de overeenkomst een bekroning van jarenlang teamwerk: “Dat een grote speler als Groep ADMB in ons project gelooft, betekent heel wat," aldus Verschelde. "Onze ploeg mag dan ook trots zijn op wat we opgebouwd hebben. Ik ben blij dat we in Groep ADMB een partner vonden waarmee we op basis van een gedeelde visie een volgend hoofdstuk aan dit verhaal kunnen schrijven.” (KC)