KORTRIJK – Vrijdag aanstaande is het ‘D Day’ voor GDPR. Dan worden de zogenaamde en door Europa afgekondigde privacy regels die bedrijven moeten respecteren, van kracht. Een studie van KPMG toont aan dat de bedrijfsleiders van eigen bodem erg begaan en bezorgd zijn over GDPR.
Het gebruik van data laat Belgische CEO’s niet ongemoeid. Deze week – op 25 mei – treedt de nieuwe Europese privacywetgeving GDPR in werking: 76% van onze bedrijfsleiders beschouwt het beschermen van de persoonlijke data van klanten als één van de belangrijkste verantwoordelijkheden waarmee ze geconfronteerd worden (Benelux: 54%, wereldwijd: 59%). Dat blijkt uit een eigen studie van KPMG. Zegt Koen Maerevoet van KPMG: “Dit toont aan dat het toegenomen belang van privacy in het maatschappelijk debat onze CEO’s niet koud laat. Meer nog: onze bedrijfsleiders beschouwen de omgang met persoonlijke gegevens van klanten als strategisch belangrijk genoeg om dit naar zich toe te trekken. Bedrijven riskeren immers naast hoge boetes ook aanzienlijke reputatieschade op te lopen indien ze de nieuwe regelgeving niet toepassen”.
Uit de KPMG-studie blijkt overigens dat Belgische CEO’s cyberveiligheid (48%) en technologische disruptie (40%) als tweede en derde grootste uitdagingen zien voor hun onderneming. Op één staan de operationele risico’s. Zeker op het gebied van cyberveiligheid zien we dat onze CEO’s dit als een grotere bekommernis beschouwen dan op Benelux-vlak (34%) en het wereldwijde gemiddelde (35%). Toch geeft ook 60% aan ‘goed’ tot ‘zeer goed’ voorbereid te zijn op een cyberaanval, wat aanzienlijk hoger is dan op Benelux-vlak (44%) en wereldwijd (51%). 80% gaat er zelfs van uit dat men de strategische impact van een cyberaanval kan inperken (Benelux: 47%, wereldwijd: 56%).