“Zelfstandigen spelen een cruciale rol in onze economie. Zij nemen risico’s, creëren waarde en zijn de motor van lokale werkgelegenheid”. Ik dacht met zo’n statement in de regeringsverklaring kan het niet meer stuk. Maar zoals Willem Elschot het al beschreef, tussen droom en werkelijkheid staan wetten en praktische bezwaren.
Onder het motto ‘beter een akkoord, dan geen akkoord’, hebben we eindelijk een regering. En na twintig jaar palaveren, worden wel degelijk structurele hervormingen aangekondigd. In het land met de meeste lange termijn werklozen wordt eindelijk de werkloosheid beperkt in de tijd. Dat was inderdaad een anomalie in Europa.
Investeringsaftrek
Daarnaast voorziet de nieuwe regering een paar mini-cadeautjes voor zelfstandigen en kmo’s. Er komt bijvoorbeeld opnieuw een mogelijkheid om degressief af te schrijven. Dit betekent dat bij een investering meer kan worden afgeschreven in de beginjaren. Dit houdt in, voor winstgevende kmo’s en zelfstandigen, dat de belasting op winst later dient betaald te worden. De investeringsaftrek voor onderzoek en ontwikkeling wordt administratief eenvoudiger gemaakt en de verplichting van een gewestelijk attest valt weg. Er komt een ondernemingsaftrek voor zelfstandigen waarbij een eerste schijf van de winsten kan worden afgetrokken. Dat is allemaal mooi, maar raakt dat wel de kern van problemen?
Aan de spilindex wordt niet geraakt
De lonen stegen reeds 16% de laatste drie jaar en zullen volgende maand opnieuw met 2% stijgen, want de spilindex is overschreden zodat automatisch de lonen stijgen. Dit Belgisch unicum impliceert de onbetaalbaarheid van de lonen en tast onze concurrentiekracht met de buurlanden aan. Maar aan dat wurgend mechanisme wordt niet getornd. De regeringsverklaring behoudt immers de automatische indexering om, en ik citeer, “de lonen te beschermen zodat werknemers hun levensstandaard kunnen behouden, ook wanneer de prijzen van goederen en diensten stijgen”. Nergens wordt zelfs vermeld dat dit leidt tot een exorbitante personeelskost en dat dit aanwerven bemoeilijkt.
“De regering kijkt dus enkel naar het standpunt van de werknemer. Dit blijkt trouwens ook uit de ambitie van de regering is om qua minimumloon bij de hoogste van Europa te houden. Blijkbaar is het belangrijker in die ranglijst te schitteren dan in de ranglijst van laagste belastingen op het loon.”
Rudy Aernoudt
De regering kijkt dus enkel naar het standpunt van de werknemer. Dit blijkt trouwens ook uit de ambitie van de regering is om qua minimumloon bij de hoogste van Europa te houden. Blijkbaar is het belangrijker in die ranglijst te schitteren dan in de ranglijst van laagste belastingen op het loon. Want na de fiscale ingreep om nettolonen te verhogen, blijven wij het land met de hoogste arbeidsbelastingen van Europa.
Liquideren of verkopen
Dat het pensioen van de zelfstandige ondermaats is, met een gemiddelde van 1160 euro bruto (cijfers 2023) twijfelt niemand aan. Maar deze pil wordt voor veel zelfstandigen verlicht door bij pensioen de zaak te liquideren of te verkopen. De zaak is dus in feite het pensioenappeltje tegen de dorst. Maar dat wordt fiscaal ongunstiger. Liquideren kost voortaan 16,5%, in plaats van voorheen 15%. De wachttermijn wordt wel verlaagd van vijf naar drie jaar. Nu kan men zeggen dat 16,5% nog niet veel is, maar dit wordt wel berekend op de reeds belaste winst (er werd dus reeds 20 of 25% belasting betaald). De maatregel creëert wel een precedent wat het vrij gemakkelijk maakt voor de volgende regeringen om dat percentage gradueel verder op te trekken. Dan maar de zaak verkopen. Maar hier komt een spiksplinternieuwe belasting op de proppen: de meerwaardebelasting – ook wel de solidariteitsbijdrage genoemd – van 10% op de gerealiseerde meerwaarde van financiële activa. Tot op heden was dat ongeveer de enige belasting die wij nog niet hadden. Zowel liquidatie als verkoop wordt dus minder interessant.
Een KMO-plan
Er komt ook een kmo-plan met transversale maatregelen om een aantrekkelijk ondernemersklimaat voor kleine en micro-ondernemingen te ontwikkelen. Wat dat concreet zal inhouden is koffiedik kijken. Kmo’s worden wel vrijgesteld van de bijkomende lasten die grote ondernemingen worden opgelegd zoals de verstrenging van het DBI-regime en de bijkomende bijdragen voor langdurig ziekten, waarbij ondernemingen 30% van de ziekte-uitkeringen moeten betalen. Laat ons dus maar hoopvol blijven en vooral blijven ondernemen, want kmo’s en zelfstandigen creëren welvaart en spelen een cruciale rol in onze economie.