De recente verkoop van het aardappelimperium van Jan Clarebout voor naar verluidt 3 miljard dollar heeft heel wat reacties losgemaakt. Niet alleen vanwege de omvang van het bedrag, maar vooral omdat sommige werknemers nu claimen dat zij recht hebben op een deel van die opbrengst. “Zonder ons geen bedrijf,” klinkt het.
“Maar dat is een redenering die gevaarlijk dicht tegen economische romantiek aan schuurt en voorbijgaat aan de fundamenten van ons ondernemerschap”, analyseert expert Jozef Lievens de situatie en patstelling. “Laten we helder zijn: werknemers zijn onmisbaar voor elk bedrijf. Ze voeren uit, houden draaiende, leveren vakmanschap. Maar er is een cruciaal verschil tussen bijdragen aan waarde, en eigenaar zijn van die waarde. Jan Clarebout heeft het bedrijf opgebouwd, heeft het risico gedragen, en heeft nooit beloofd dat zijn medewerkers mede-eigenaar zouden worden. De arbeidsrelatie was helder: arbeid in ruil voor loon, zekerheid, sociale bescherming. Wie na de verkoop ineens een ander contract retroactief wil inroepen, ondermijnt een van de belangrijkste principes van ons economische systeem: risico wordt beloond met eigendom. Had het bedrijf geflopt, zouden de werknemers dan ook bereid zijn geweest mee te delen in het verlies? Uiteraard niet.”
Gulheid en geen plicht
Volgens Jozef Lievens raakt deze discussie iets groters. “In tijden van groeiende ongelijkheid klinkt het aantrekkelijk om succes te herverdelen”, dixit Lievens. “Maar we vergeten te vaak wat eraan voorafgaat: decennia van werk, onzekerheid, leningen, nachten zonder slaap, beslissingen waarvan niemand wist of ze goed zouden aflopen. Ondernemerschap is zelden een rechte lijn omhoog – het is eerder een lange wandeling langs een glibberig pad. Jan Clarebout bouwde zijn bedrijf uit, creëerde werkgelegenheid, betaalde belastingen. En verkocht uiteindelijk op het juiste moment. Wat hij met de opbrengst doet, is zijn zaak. Als hij zijn medewerkers een bonus wil geven: prima. Maar dat is gulheid, geen plicht.”
Jozef Lievens gaat nog verder in zijn bevlogen en belegen redenering: “Het idee dat medewerkers recht hebben op een deel van de verkoopopbrengst schuift ongemerkt een nieuw principe naar voren: dat waardecreatie altijd collectief is, en dus ook collectief geoogst moet worden. Dat klinkt nobel, maar het is een hellend vlak. Als we succes nationaliseren, maar risico privatiseren, zullen steeds minder mensen geneigd zijn nog te ondernemen. En zonder ondernemers, zijn er straks ook geen jobs meer.”
De wet van 2001
Tenslotte moet opgemerkt worden dat er een wettelijke mogelijkheid bestaat om dit alles anders aan te pakken, met name door de werknemers in het kapitaal van vennootschappen te laten participeren in toepassing van de wet van 22 mei 2001. “Maar dan moet alles netjes op voorhand geregeld worden in het kader van een goed uitgewerkt participatieplan en niet nadien via stakingspiketten”, besluit Lievens.
info: Jozef Lievens (ex-Eubelius) is oprichter van Roots Advocaten en de drijvende kracht achter de professionele organisatie Het Familiebedrijf. Hij staat in Vlaanderen bekend als een expert par excellence in topics over familiebedrijven.