Hoe voelt het om deze award op zak te steken?
Saskia Soete de Boosere: Bijzonder fijn. Ik ben oprecht fier want het is de allereerste keer dat ik een award mag ontvangen. Een érg mooie erkenning net in het jaar dat ik 20 jaar CEO van Xpo Group ben. Het is bovendien een opsteker dat ook een kmo een dergelijke prijs in de wacht kan slepen. Ik zie de award als een bevestiging dat we met ons bedrijf sterk bezig zijn en een aanmoediging om ons ook in de toekomst keihard te blijven profileren met onze hoogkwalitatieve nichebeurzen. Maar zoals in het eerdere interview al gemeld: ondernemen doe je niet alleen, dus is het vanzelfsprekend ook een award voor àlle collega-Xpozanen omwille van hun dagelijkse inzet en enthousiasme. Élk van de genomineerden had trouwens een ijzersterk ondernemersverhaal: moest een andere kandidate de trofee hebben binnengehaald, zou ik gezond jaloers geweest zijn, maar dit maal mag ik zelf met de eer gaan lopen. Ik denk dat ik zo’n beetje de ‘ouderdomsdeken’ onder de genomineerden was. De overige dames laten in de toekomst ongetwijfeld nog van zich spreken.
Kan de award impact hebben op de business, denkt u?
Dat denk ik wel en hoop ik in elk geval. Wij zijn actief in de business van de live-communicatie en zullen deze award en alle communicatie errond zeker dankbaar gebruiken om de kwaliteit en het succes van onze organisatie en haar beurzen te onderlijnen. Het kan naar onze klanten toe extra vertrouwen en motivatie opleveren. Bovendien hoop ik dat de award onze employer branding ook een positief duwtje in de rug kan geven. Naast het label Great Place to Work, zal deze erkenning ons ongetwijfeld mee profileren als een interessant en dynamisch bedrijf. Waardoor we hopelijk extra aantrekkelijk worden voor kandidaten: vacatures die open staan en die omwille van de krapte op de arbeidsmarkt niet steeds even makkelijk ingevuld geraken, zullen nu misschien een goede boost krijgen.
Vrouwen boven
Is het toeval of het resultaat van een HR strategie dat 75% van de Xpozanen vrouwen zijn? Of heeft het, een derde optie, te maken met de aard van de business die dienstgericht is?
Vooral die derde optie inderdaad: als bedrijf in de dienstensector trekken we traditioneel meer vrouwen dan mannen aan. Hoewel de beursconcepten zich wel degelijk in heel diverse sectoren situeren: vakbeurzen voor de maakindustrie en automatisering, voedingsvakbeurzen, vakbeurs voor politie- en hulpdiensten, grafische vakbeurs, enzovoort. Het is niet echt een betrachting op zich om die verhouding vrouwen vs mannen te bekomen. Gelijkwaardigheid lijkt me dat wel, alsook het duidelijke voorbeeld dat vrouwen naar élke mogelijke functie kunnen evolueren indien ze dat willen.
Het corona-effect
De vraag die ons altijd blijft bezig houden: hoe heeft Kortrijk Xpo in hemelsnaam corona overleefd? Het leek wel een mission impossible en toch lukte het. Vertel ons alles.
Wij hebben die donkere periode overleefd omdat we een zeer soliede en stabiele onderneming zijn die een spaarpotje had voor ‘mindere dagen’. Tijdens de twee coronajaren hebben we ondanks netto zware verliezen geen van onze Xpozanen moeten laten gaan én ook geen leningen moeten aangaan om de periode te overbruggen. Dat maakte dat we in het voorjaar van 2022 àl onze ervaren medewerkers nog aan boord hadden en meteen konden doorstarten. Ook het tolerant omgaan met de contracten van onze organisatoren en exposanten gedurende de coronaperiode is érg gewaardeerd geweest en vertaalde zich in een verhoogde returngolf van deelnames direct nà de periode. Samen met de hernieuwde energie die ons team aan de dag legde bij de doorstart, konden we al snel weer aansluiten bij de situatie van voordien én deze zelfs overtreffen. Zowel voor de medewerkers als voor onze onderneming zijn er ‘eye openers’ ten goede geweest: collega’s die aangaven dat ze nu pas goed begrepen dat een job uitoefenen niet alleen een manier is om je geld te verdienen, maar ook eigenwaarde biedt, het nuttige gevoel van bij te dragen aan de maatschappij en deel uit te maken van een groter geheel. Op het niveau van de organisatie beschouwen we na corona nooit nog een beurs als evident, zelfs niet na de zoveelste editie. Tijdens de pandemie zijn bepaalde projecten immers 4 keer uitgesteld geworden. Toen het wél weer mocht werden de projecten neergezet met de verwondering en agitatie van nieuwelingen, alsof het de allereerste editie van elk project was dat we uitrolden. Ook nu nog zijn we na elk project telkens ‘oprecht content’ dat het is kunnen doorgaan: dat positieve gevoel is blijven hangen. Nooit beschouwen we onze projecten nog als evident of gewoon.
Merkt u ook nieuwe markttendensen sinds corona?
Nabijheid is een blijver geworden. Meer regionale beurzen waarbij regionaal als in ‘landelijk nationaal, Benelux of Europees niveau’ moet geïnterpreteerd worden. Minder megalomane beurzen van een paar honderdduizend m2 die bezoekers van over de hele wereld aantrekken. In plaats dat de bezoeker van zeer ver naar de beurs komt, is het nu de beurs die zich in de regio van de bezoeker gaat positioneren. Met zelfs meerdere kopies in bepaalde grote landen, zodat bezoekers zich maximaal in een straal van 2 à 3 u rijden van de beurs bevinden. Alles is dus efficiënter geworden.
Hoe ‘shitty’ corona in de periode zelf ook is geweest , op termijn heeft het onze sector een absolute dienst bewezen. Voordien gingen stemmen op dat àlles zou digitaliseren en dat live-contacten niet meer nodig zouden zijn. Tijdens corona moést alles noodgedwongen digitaal: daar hebben sectoren geleerd dat ze met hun branche minstens om de paar jaar wél een fysiek contactmoment nodig hebben waarop de sector samenkomt om elkaar te ontmoeten. Ze hebben ondervonden dat een goede vakbeurs verbindt en bij wijze van spreken het ‘feest van de sector’ kan zijn: het bewijs dat een branche zijn bestaansrecht heeft, waar iedereen kan treffen met iedereen en fier is om tot de branche te behoren. Nu moeten wijzelf die live-noodzaak dus niét meer verdedigen: tijdens corona was immers duidelijk dat énkel digitaal onvoldoende is.
Nieuwe voltreffers
Droomt u wel eens van een nieuw voltreffen zoals Vélofollies? En wat mag het dan zijn?
Inderdaad, succesbeurzen zijn een mooi uithangbord voor onze onderneming. Vooral als het publieksbeurzen zijn zoals Vélofollies, want dan komen we veelvuldig in de media, zijn we zichtbaar op affiches in het straatbeeld, merken de mensen de dynamische drukte op en rond de campus als de beurs open gaat. Misschien wordt Motominds, het treffen voor de community van de motorrijders, wel die volgende publieksmanifestatie waarmee we kunnen uitpakken?
Maar naast de publieksbeurzen hebben wij ook zéér toonaangevende vakbeurzen die de referentie in hun sector zijn in de Benelux of zelfs daarbuiten. Zoals bijvoorbeeld Tavola, vakbeurs voor premium foods en delicatessen. Maar als je geen aankoper van Delhaize of een groothandel bent, dan kén je die beurs niet eens. En wij mogen er ook niet breed mee communiceren, want het is ‘professionals only’. Ook dat zijn hele sterke referentiebeurzen, maar dus énkel in een professionele niche gekend. Als je mij op vandaag naar die nieuwe voltreffer bij de vakbeurzen vraagt? Misschien heeft Design Nation het wel in zich om een nieuwe grote klepper te worden naast Architect@work. Design Nation is trouwens ontstaan uit de erfenis van Interieur: zelfde aanbod van designproducten, maar louter naar de professionele aankopers van de projectmarkt gericht. Het zou een mooie nalatenschap zijn van Interieur om een nieuwe ‘best in class’ beurs te creëren, die we dan op verschillende plaatsen in Europa kunnen uitrollen. Laat ons van die droom maar een objectief maken (lacht).
Tot slot: uw betreurde voorganger kondigde uw benoeming en zijn opvolgster aan met de oneliner: The best man for the job is now a woman. Hou zou u uw eigen leiderschap en managementstijl omschrijven en verschilt dat fundamenteel van die van mannen?
Waar mijn voorganger Yvon vooral de visionaire pionier was, geloof ik dat ik eerder de koersvaste gids ben. Ik probeer het voorbeeld te tonen in woord én daad en iedereen de passie en goesting voor onze fantastische métier mee te geven. Verder denk ik dat mijn stijl vooral zeer down to earth is, alsook praktisch en resultaatsgericht. Dat lijken me trouwens niet typisch mannelijke of vrouwelijke managementstijlen, het is gewoon een afspiegeling van wie ikzelf ben. De les die ik daarbij doorheen de jaren leerde is de volgende: zorg ervoor dat op je mindere punten steeds het olympisch minimum wordt behaald, maar focus verder vooral op waar je talenten àl zitten. Door op deze competenties extra in te zetten ga je namelijk excelleren en gebeuren er mooie dingen. Deze of gene specifieke stijl doet er dan verder niet zoveel meer toe als de collega’s maar authenticiteit ervaren: vooral dàn wordt er geïnspireerd.
foto: Saskia Soete de Boosere en Karel Cambien (hoofdredacteur Made in W-Vla)
