Met de bevraging krijgt Voka West-Vlaanderen inzicht in de tevredenheid over het Vlaamse en federale beleid en het kiesgedrag van ondernemers in West-Vlaanderen. 517 West-Vlaamse ondernemers namen deel. De bevraging verliep online van 6 tot 20 juni 2023. Voka West-Vlaanderen werkte hiervoor samen met onderzoeksbureau Public Minds.
N-VA blijft grootste, ondanks daling
34% van de West-Vlaamse ondernemers geeft aan in 2024 op N-VA te zullen stemmen. Daarmee zou N-VA de grootste partij onder de West-Vlaamse ondernemers blijven. Dat cijfer geldt zowel voor het Vlaams Parlement als voor het federaal parlement, maar is een flinke daling tegenover 2019 (44% van de respondenten geeft aan toen op N-VA te hebben gestemd op Vlaams niveau, op federaal niveau geeft 41% dat aan).
Open Vld zou de tweede grootste partij onder ondernemers in West-Vlaanderen blijven: zowel voor het Vlaams Parlement als het federaal parlement zegt 16% van de respondenten op Open Vld te zullen stemmen in 2024. Dat is een forse daling: respectievelijk 28% en 30% van de respondenten geeft aan in 2019 nog voor Open Vld te hebben gestemd voor respectievelijk het Vlaams Parlement en het federaal parlement.
Op Vlaams niveau dalen de stemmen voor CD&V van 8% (2019) naar een kiesintentie van 3% (2024). Voor het federaal parlement dalen de christendemocraten van 7% van de stemmen van de bevraagde ondernemers in 2019 naar een kiesintentie van 3% in 2024. Vooruit stijgt van 1% (stemgedrag 2019) naar 2% (kiesintentie 2024), zowel op Vlaams als op federaal niveau.
Groen behoudt 1% (Vlaams en federaal) en PVDA blijft op minder dan 1% steken. Vlaams Belang gaat erop vooruit: 10% van de West-Vlaamse ondernemers geeft aan in 2024 op Vlaams Belang te zullen stemmen. Als we kijken naar de vorige Vlaamse en federale verkiezingen, geeft respectievelijk slechts 2% en 3% van de West-Vlaamse ondernemers aan voor Vlaams Belang gestemd te hebben.
Ontevreden over gevoerde beleid
Algemeen gesproken beoordelen de West-Vlaamse ondernemers het gevoerde Vlaamse beleid beter dan het huidige federale beleid, al behaalt het Vlaamse beleid maar net een voldoende. Bijna 8 op de 10 (78%) West-Vlaamse ondernemers zeggen ontevreden te zijn over het gevoerde beleid van de federale regering .
In de bevraging kregen de respondenten ook stellingen voorgelegd over thema’s als klimaat en energie, omgeving en vergunningen, overheidsfinanciën, democratische vernieuwing, onderwijs en arbeidsmarkt. Al verschillende jaren lijdt de West-Vlaamse arbeidsmarkt onder een ongeziene structurele krapte. Een gecoördineerde aanpak op diverse fronten is vereist. Zo geeft 71% van de bevraagde ondernemers aan bereid te zijn nieuwe medewerkers van buiten Europa aan te werven, gezien de nijpende arbeidsmarktkrapte. Daarnaast menen bijna alle respondenten (96%) dat de werkloosheidsuitkering in de tijd moet worden beperkt.
Niet alleen de kwantiteit, maar ook de kwaliteit van talent is belangrijk voor onze arbeidsmarkt. Helaas ervaart bijna 7 op de 10 (69%) een gebrek aan kennis en vaardigheden van pas afgestudeerden in de onderneming.
Energie-infrastructuur vlot vergund?
Vlaanderen staat voor grote uitdagingen op het vlak van klimaat. De komende 10 jaar moeten we ervoor zorgen dat onze basisinfrastructuur klaar is voor de sterke elektrificatie van veel sectoren. Daarom zal er geïnvesteerd moeten worden in infrastructuur voor elektriciteitsproductie, -transport en -distributie. Zo’n 9 op de 10 (89%) respondenten vinden dat we, om de energiebevoorradingszekerheid in ons land veilig te stellen, moeten investeren in de nieuwe generatie kerncentrales (SMR’s), naast installaties voor zonnepanelen en windturbines.
De energietransitie komt met een prijskaartje. 6 op de 10 West-Vlaamse ondernemers geven aan dat de invoering van het capaciteitstarief een stijging van de elektriciteitsfactuur betekent voor haar/zijn onderneming.
Om de klimaatdoelstellingen te behalen en de energietransitie te voltooien, is het belangrijk dat de noodzakelijke infrastructuur op tijd operationeel is. Meer dan 3 op de 4 West-Vlaamse ondernemers (76%) hebben er echter geen vertrouwen in dat de noodzakelijke infrastructuur voor de elektrificatie van onze economie en samenleving tijdig gerealiseerd en operationeel zal zijn, om aan de huidige en toekomstige behoeftes te voldoen. Daarnaast heeft 67% geen vertrouwen in de (vergunnings)procedures om installaties te realiseren die voorzien in de energiebehoefte van haar/zijn onderneming. Meer dan drie vierde (77%) geeft aan dat de doorlooptijden bij het indienen van omgevingsvergunningen te lang zijn. 66% zegt dat de rechtsplegingsvergoeding substantieel verhoogd moet worden om het aanspannen van beroepsprocedures tegen vergunningen te beperken.
Een zorgwekkend gegeven ook: van de ondernemers die nu of in de toekomst plannen hebben om uit te breiden, geeft de helft aan geen mogelijkheden te hebben om uit te breiden omdat er onvoldoende geschikte locaties zijn in West-Vlaanderen.
Gezonde uitgaven en democratie
Dé uitdaging voor ons land is het afbouwen van de hoge overheidsuitgaven. Uit de bevraging blijkt dat een overgrote meerderheid (95%) vindt dat de volgende regeringen absoluut prioriteit moeten maken van besparingen in de lopende uitgaven en het overheidsbeslag in lijn moeten brengen met het Europees gemiddelde.
Tot slot meent maar liefst 87% van de bevraagde ondernemers dat er een deadline moet voorzien worden voor het voeren van regeringsonderhandelingen. Als die deadline niet gehaald wordt, moeten er volgens hen nieuwe verkiezingen georganiseerd worden.
“De resultaten van deze bevraging zijn een mokerslag voor alle regeringspartijen: het leeuwendeel van de West-Vlaamse ondernemers is teleurgesteld in en vernietigend over het gevoerde beleid”, zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen. “Laat deze bevraging een warme oproep zijn aan politici om hun verantwoordelijkheid op te nemen en de komende maanden alsnog beleid te voeren – in plaats van te vervallen in campagne. We rekenen er met z’n allen op dat ze hun plicht vervullen.”