poperinge grens

Nieuwe (economische?) bestemming voor grenspost Callicannes

De vroegere douanepost van Callicannes, tussen Poperinge en de Franse grens, zal finaal verkocht worden. Dat kon tot nu toe niet omdat de grond van de Vlaamse overheid is, en de douanegebouwen van de Federale regering. Het dossier sleept al jaren aan. Tot nu toe konden de grond en de gebouwen niet samen verkocht worden. Voor die typisch Belgische situatie is er nu een oplossing gevonden. Burgemeester Christof Dejaegher van Poperinge is blij dat er schot in de zaak komt, omdat de site er sinds de sluiting van de douanepost verloederd bij ligt. Vooral de hygiëne was de laatste tijd een probleem omdat de plek vaak als openbaar toilet werd gebruikt. De stad Poperinge is zelf geen kandidaat om de site Callicannes te kopen. Wat er uiteindelijk zal komen, is nog niet duidelijk. Hopelijk kan dat een economische bestemming worden.

Sinds 2013 beschikte het federaal aankoopcomité van de FOD Financiën over een verkoopmandaat voor de douanegebouwen op de site Callicannes. Nu ook de Vlaamse dienst 'vastgoedtransacties' sinds kort over een verkoopmandaat voor de omliggende percelen beschikt, kan de gezamenlijke verkoop eindelijk worden georganiseerd. Dat liet minister Jan Jambon (N-VA), bevoegd voor de Regie der Gebouwen, weten in een antwoord op een parlementaire vraag van het Poperingse Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld).

De douanesite Callicannes, tussen Poperinge en het Franse Steenvoorde, werd in gebruik genomen in 1988. Na vijf jaar, op 1 maart 1993, vielen de Europese grenzen weg, en werd het complex verlaten. De Franse gebouwen worden nog gebruikt door de Franse douane en politie, maar de gebouwen aan de Belgische kant staan intussen al 24 jaar leeg! De site biedt dan ook een erg troosteloze aanblik voor iedereen, die er vanuit Frankrijk ons land binnenrijdt. De bestemming die het BPA Grenszone-Callicannes aan de site geeft, is momenteel beperkt tot openbaar nut en grensgebonden dienstverlening of economische activiteit, en zal uiteindelijk afhangen van de eventuele koper. Volgens Sabien Lahaye-Battheu bevestigde minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA) twee jaar terug (2015) dat er toen drie geïnteresseerde kopers waren.