Jozef Lievens schreef recent een blog over het feit dat de familiebedrijven meer en meer extern – en dus niet binnen de familie – verkocht worden. “Voor het eerst in de geschiedenis wordt er meer verkocht aan derden dan overgedragen binnen de familie”, stelt Lievens. “Dat heeft verchillende oorzaken : twijfels omtrent de geschiktheid van de opvolgers, famiale conflicten, maar ook de ongunstige marktomstandigheden. Overdragers willen het kun kinderen blijkbaar niet aandoen om het familiebedrijf over te nemen in moeilijke marktomstandheden. Dat moet het beleid toch twee keer doen nadenken”.
Uit de studie van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio) blijkt eenzelfde trend. Maar liefst 47,7% van de ondernemers denkt aan een externe verkoop, terwijl 45,6% een familiale overdracht verwacht. Men verkoopt om het financieel rendement van een jarenlange inzet te verkrijgen (55,3 %) en ook omdat de kinderen niet gemotiveerd zijn om het familiebedrijf over te nemen (55, 3%).
Achillespees
Het nieuwe onderzoek bevat nog andere interessante vaststellingen. We zitten nog volop in de periode waarin babyboomers – personen geboren tussen 1946 en 1964 – hun familiebedrijf overdragen. Dat is overigens een internationaal fenomeen. Volgens de Financial Times wordt in de komende jaren voor 100 triljoen dollar vermogen overgedragen van de ene generatie naar de andere. Er is daar sprake van “the largest wealth transfer in history”.
Uit de Vlaamse studie blijkt alvast dat meer dan de helft van de bedrijfsleiders (56,6%) verwacht om de leiding van het bedrijf over te dragen binnen de vijf jaar. 22,4% zal dat doen binnen de twee jaar. De meeste bedrijfsleiders willen de leiding behouden tot zij een leeftijd bereikt hebben tussen 61 en 65 jaar.
Daarnaast zal ongeveer 40% van de familiale ondernemers binnen de vijf jaar de eigendom van het familiebedrijf effectief overdragen. 16,9% zal dat binnen de twee jaar doen. Merkwaardig is dat ongeveer één derde van de bedrijfsleiders die binnen de vijf jaar de leiding willen overdragen, dit nog niet heeft besproken met de potentiële opvolger of overnemer. Voor hen is het dan ook hoog tijd om de opvolging op tafel te leggen en het proces, dat toch meerdere jaren kan duren, aan te vatten. In dezelfde lijn ligt de vaststelling dat ongeveer een vijfde van de bedrijfsleiders die binnen de vijf jaar gaan overdragen nog niet eens begonnen zijn met de voorbereiding. Bij 14,8% van deze groep is een eerste aanzet gegeven. Daartegenover staat dat van de bedrijven die binnen een termijn van twee jaar de leiding willen overdragen, een kleine 80% volop bezig is met de planning.
Wat zijn de problemen?
De onderzoekers brachten ook de belangrijkste belemmeringen in kaart bij de planning van de overdracht van leiding en eigendom. De belangrijkste belemmering (23, 8%) is gelinkt aan de kandidaat opvolger. In veel gevallen vreest men dat hij of zij te weinig ervaring zal hebben. In de tweede plaats komen de ongunstige marktfactoren (23,2%) en op de derde plaats familiale redenen (19,9 %).
Bij de overdracht van eigendom worden vooral financiële redenen als een belemmering beschouwd. Dit betekent bijvoorbeeld een gebrek aan financiering en een te hoge overnameprijs. Bedrijven met een actieve raad van bestuur zijn vaker bezig met de planning van de opvolging.
Nood aan vrije tijd
Na de bedrijfsoverdracht willen de meeste bedrijfsleiders meer vrije tijd nemen. Toch wil ongeveer de helft van de bedrijfsleiders het bedrijf na de overdracht blijven adviseren. Ook wil 24,5% blijven zetelen in een raad van bestuur en wil 21,5% een mentorrol vervullen.
Dit onderzoek bevestigt dat de agenda van veel familiale ondernemers ook de komende vijf jaar door opvolging zal gedomineerd worden. Het is en blijft van groot belang om dit belangrijk proces voor de familie en het bedrijf planmatig aan te pakken.
foto: archief persconferentie familiebedrijven