kust

Provincie West-Vlaanderen moet en zal ook 36 miljoen euro terugbetalen aan tweedeverblijvers aan de kust

OOSTENDE - De Raad van State vindt dat de provincie West-Vlaanderen zonder geldige rechtsbasis een hogere provinciebelasting heeft aangerekend aan eigenaars van een tweede verblijf. Dergelijke belasting schendt het gelijkheidsbeginsel, zo stelt het rechtsorgaan. De provincie belooft nu om alle onterecht betaalde bedragen terug te storten. Dat zal haar maar liefst 36 miljoen euro kosten. Dat schrijft Het Nieuwsblad en wordt ook formeel bevestigd. 

foto: archief Mediahuis

Tweedeverblijvers in West-Vlaanderen kunnen binnenkort rekenen op een terugbetaling van 406 euro: het totaal van provinciebelastingen die ze onterecht betaalden in 2022, 2023 en 2024. De belasting lag drie keer zo hoog als voor inwoners van de provincie en werd vorig jaar al veroordeeld door het Hof van Beroep.

Nu bevestigt ook de Raad van State dat deze taks ongrondwettelijk was. Dit betekent dat eigenaars van een tweede verblijf de afgelopen drie jaar niet correct belast werden en dat ze recht hebben op een volledige terugbetaling. In de praktijk betreft het vooral tweedeverblijvers aan d ekust. De uitspraak van de Raad van State kan echter ook repercussies hebben voor tweedeverblijvers in niet-kustgemeenten.

Na de provincie ook de steden

West-Vlaamse gedeputeerde Jean de Bethune (CD&V) heeft aangekondigd dat de provincie zich aan de uitspraak houdt en de 36 miljoen euro zal terugbetalen. Wel vraagt hij tijd om die administratief correct af te handelen. Ondertussen kijken juristen naar nieuwe juridische procedures tegen stevige belastingen die tweedeverblijvers niet aan de provincie maar aan kustgemeenten zoals Koksijde, De Panne en Knokke-Heist moeten betalen. Die taksen, soms oplopend tot 1.200 euro, blijven voorlopig overeind maar zouden ook onder vuur kunnen liggen.