Kint Vincent 23

Vincent Kint (Unizo West-Vlaanderen) maakt balans op na 1 jaar:”Zonder ondernemerschap, geen welvaart, zo simpel.”

BRUGGE - Nog even en de uit Lendelede afkomstige Vincent Kint zal één jaar aan het stuur zitten bij Unizo West-Vlaanderen, een breed vertakte organisatie met 8.000 leden. Het werd een woelig maar ook een leerrijk jaar, zegt hij zelf over zijn eerste 365 dagen. Een gesprek over ondernemen en ondernemerschap. 

-Maak eens een balans op van één jaar leiding geven bij Unizo West-Vlaanderen. Wat heeft u geleerd en vooral onthouden?

-Vincent Kint: Onze organisatie was een beetje 'afgegleden'. Nabijheid is belangrijk om relevant te zijn. Dat hebben we nu al danig weten te herstellen. Ik probeer zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de netwerkeventen overal in de provincie. Om u een idee te geven van de fijnmazigheid van onze organisatie: in januari waren er overal in provincie meer dan tachtig nieuwsjaarbijeenkomsten. Unizo heeft een belangrijke maatschappelijke driedubbele opdracht: de banden tussen ondernemers onder elkaar versterken, bedrijven informeren en begeleiden om beter te worden en finaal ook hun belangen verdedigen. Om dat waar te maken moet je aanwezig zijn op het terrein.

Kopbrekens bij ondernemers

-U praat dagelijks met ondernemers. Wat zijn de belangrijkste bezorgdheden, bekommernissen en kopbrekens.

-Ik merk vooral dat ondernemers nu hunkeren naar een stabiel klimaat. Nogal logisch ook na vier crisissen die elkaar kort op elkaar hebben opgevolgd. Te weten: corona, de Oekraïne oorlog, de energiecrisis en de blijvende zoektocht naar personeel. Een goed ondernemer blijft altijd positief en denkt ook vooruit in scenario's en planning. Het moet gezegd dat de overheid in al die crisismomenten niet altijd de juiste beslissingen heeft genomen. Om maar één voorbeeld te geven: in coronatijd werden ook bedrijven die op sterven na dood waren, toch voorzien van subsidies. Leek me absoluut niet de beste beslissing. Vandaag worstelen veel bedrijven met twee grote kopbrekens: de inflatie en de zoektocht naar personeel. Beiden dossiers leggen mogelijks een bom onder onze welvaart. De inflatie en de index hebben de loonkost naar ongekende hoogten gedreven en tasten zelfs onze eigen concurrentiepositie aan ten opzichte van de buurlanden. Dat kan toch niet. Het gebrek aan werkkrachten is een ander zeer. In beide gevallen lijkt het alsof de overheid toekijkt. Het valt toch niet meer te verantwoorden dat de werkloosheid niet beperkt wordt in de tijd. Overal elders gebeurt dat wel. Zoals het ook niet kan dat de kloof tussen werken en niet werken zo klein is. Er is politieke moed nodig om aan dergelijke situaties paal en perk te stellen. Maar wat gebeurt er op dat vlak? Idem dito voor de veel te hoge fiscale druk op bedrijven. Het belet ondernemers te doen wat ze willen doen: investeren. Weet u, elke ondernemer groot of klein wil altijd jobs redden of veilig stellen. Maar net dat wordt hem moeilijk gemaakt. Zonder ondernemerschap, geen welvaart, zo simpel.

Ach, het beleid

-Ondernemen gebeurt per definitie in een maatschappelijke context. Al die thema's die voor de ondernemers belangrijk zijn, gaan al mee sinds de jaren tachtig zonder dat er fundamenteel veel aan gedaan werd. Wat moeten we daarvan denken?

-Vlaanderen is een braaf land, denk ik soms. Iemand die niet werkt, en dat is volgens onze berekeningen meer dan 30 procent van de actieve bevolking, wordt niet met de vinger gewezen. Andere bevolkingsgroepen, Fransen of Oost-Europeanen, helpen het probleem deels oplossen, maar ook niet helemaal. Ik heb me al dikwijls de vraag gesteld of we het begrip 'democratie' niet fundamenteel moeten herzien. Een verkiezing waarbij één stem wordt toegekend aan één persoon, dat lijkt me volledig voorbijgestreefd. Waarom zou je aan kiezers niet meerdere stemmen kunnen geven, maar dan naargelang de sector of het thema. De ene heeft meer interesse in economie, de andere meer in zorg, veiligheid of nog iets anders. Met één stem kan je die thema's nooit in kaart brengen en dus moeilijker maatschappelijke vooruitgang boeken. En wat zien we nu? Belangrijke dossiers worden gegijzeld door politieke spelletjes tussen partijen. Het maatschappelijke belang verdwijnt naar de achtergrond. Is  het dat wat we willen?

He voorbeeld van de koers

-Unizo liet recent nog weten verontrust te zijn over het terglopen van het aantal starters. Wat is er ten gronde aan de hand, denkt u?

-Laten we vooral niet aan paniekvoetbal doen en optimistisch blijven. Dat het aantal starters terugliep is niet onlogisch gezien de economische context van onzekerheid. Als er zich een beurscrash voordoet, lopen beleggers toch ook niet massaal naar de bank om nieuwe aandelen te kopen. De economie was even wat ze was, en dat heeft voor een loutering gezorgd, een soort afkoeling. Daar is op zich niets mis mee. Sowieso zal jong ondernemerstalent en zin om te ondernemen altijd komen bovendrijven. Net zoals in de koers. Patrick Lefevre wil ook alleen maar talent in zijn ploeg en mensen die er willen voor  gaan. Het belangrijkste nu is dat het vertrouwen in de economie wordt hersteld. Als dat het geval is, komt de zin om te starten zo terug.

Elk zijn DNA

-Tot slot: bedrijven hebben twee organisaties waarop ze kunnen terugvallen om hun belangen te verdedigen: Unizo en Voka. Zou een eengemaakte organisatie een goed idee zijn?

-We hebben alle twee onze roeping. Sowieso is er al een positieve evolutie in de onderlinge relatie. We praten veel met elkaar en doen ook dingen samen. Bert doet dat uitstekend bij Voka, praten met hem is als praten met een collega,  ik feliciteer hem ook graag. Maar we hebben ook elk ons eigen DNA. We zijn goed ingebed bij de middenstandszaken en de kmo's tot vijftig man, Voka heeft een ander publiek. Maar we bewijzen allebei nog altijd ons nut en onze waarde voor de achterban.