Dagelijks rollen bij voedingsbedrijf Frigilunch in Veurne zo’n 90.000 diepvriesmaaltijden van de band. Per jaar produceert het bedrijf er een dikke vijftien miljoen.
Het voedingsbedrijf produceert zogenoemde ‘white label’-producten, die onder de merknaam van de afnemer, en dat zijn dan doorgaans supermarktketens, aan de man worden gebracht. Ook bezorgt het bedrijf aan huis onder de naam Delimeal. Twee zusterbedrijven leveren nog maaltijden aan scholen en zorginstellingen.
In 2009 nam Anthony Botelberge het toen nog lokale bedrijfje in Veurne over en bouwde het uit tot een uit de kluiten gewassen kmo. Frigilunch stelt 220 mensen te werk en heeft twintig à dertig vacatures uitstaan. Het levert meer en meer in Nederland, Frankrijk en Duitsland, en ook in Spanje. “We exporteren ondertussen naar tien landen. Daar ligt nu onze groei”, vertelt de CEO van het bedrijf in De Standaard. “
Administratitis
So far, so good, zou je denken. Maar dat klopt niet. De CEO heeft het bijzonder moeilijk met de groeiende administratieve last die Europese en nationale regelgeving opleggen. Het is een verzuchting die het voorbije jaar steeds luider klonk in het bedrijfsleven en gehoor kreeg bij de Europese Commissie.
In haar Clean Industrial Deal voor een competitievere industrie legt Commissievoorzitter Ursula von der Leyen op om de regeldruk met 25 procent te verminderen voor grote bedrijven en met 35 procent voor kmo’s. Ook Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) belooft in zijn beleidsnota ‘Vlaanderen versnelt’ de papierberg voor bedrijven af te bouwen. Hoe dat concreet moet gebeuren, moet een stuurgroep uitklaren.
Europese richtlijnen
“Toen ik begon, kon ik moeilijk concurreren op prijs”, vertelt Botelberge in De Standaard. “Dus onderscheidden we ons met kwaliteit en service. 80 procent van ons voorbereidend werk ging in 2009 naar de ontwikkeling van lekkere maaltijden, en 20 procent naar administratie. Vandaag is dat omgekeerd. Het is niet dat we nu minder tijd in nieuwe recepten stoppen, maar de toegenomen regeldruk heeft de verhouding omgekeerd. Naast de kok staan nu mensen met twee doctoraten in de voedingsleer om aan het lastenboek van onze klant te voldoen.”
Boven op de regels rond voedselveiligheid en traceerbaarheid moet Frigilunch voor elke maaltijd de CO₂-uitstoot berekenen. Elke maaltijd bestaat uit tien à twintig grondstoffen. Frigilunch verbruikt in totaal zo’n 600 verschillende grondstoffen. “Dat zijn heel veel data om te verwerken”, aldus Botelberge. “Het is een dagtaak voor twee personeelsleden en een duurzaamheidsmanager. Daar bovenop komt rapportering over dierenwelzijn, controle op duurzame verpakking, toezicht op het MSC- of AMC-label voor duurzame visvangst, de SMETA-audit naar arbeidsomstandigheden, ga zo maar door. En elke klant heeft daarbovenop zijn eigen kwaliteitseisen. Het is een wildgroei.”
De verplichte rapportering vloeit voort uit twee Europese richtlijnen: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) met focus op CO₂-neutraliteit, deugdelijk bestuur en arbeidsomstandigheden enerzijds en anderzijds de zorgplichtwet (CSDDD) die bedrijven verantwoordelijk stelt voor mogelijke wantoestanden in hun toeleveringsketen. “Maar hoe kunnen wij als Vlaamse kmo garanderen dat voor de scampi die onze klant wil, de sociale wetgeving in Bangladesh wordt gerespecteerd?”
Geen paling in het groen
In principe valt een kmo als Frigilunch nog niet onder die Europese rapporteringsplicht. Maar zijn klanten, de grote supermarkten, wel. En de informatie die zij nodig hebben om hun duurzaamheid te bewijzen, moeten ze bij hun leveranciers halen. Het paradoxaal gevolg is dat kmo’s, hoewel in principe vrijgesteld van CSRD-rapportage, watervalgewijs toch een hoop bureaucratie te verwerken krijgen.
Wat het voor Frigilunch extra complex maakt, is dat elke supermarkt niet alleen voor eenzelfde soort maaltijd zijn eigen lastenboek heeft. “Ze willen bij wijze van spreken allemaal hun eigen type scampi””, aldus de CEO in De Standaard. “Ze leggen hun leveranciers ook meer eisen op dan het wettelijk kader. Better Chicken Commitment, Farm First-kip, Beter Leven Keurmerk, Farm Sustainability Assesment … het zijn allemaal andere labels, waardoor we heel gericht moeten aankopen, het risico op bevoorradingsproblemen groter wordt en er extra kosten bijkomen.”
Afkalvende marges
Bovendien heeft elke retailer zijn eigen digitaal platform waarop Frigilunch die data moet ingeven. “Dezelfde gegevens moeten we in 28 verschillende platformen invoeren”, aldus nog de CEO van Frigilunch. “Voor een internationale klant zelfs in drie verschillende talen. En voor het gebruik van hun platform moeten we nog betalen ook.”
Die oplopende kosten zijn moeilijk door te rekenen in de eindprijs. Gevolg is dat de marges voor kmo’s in de hele voedingssector kleiner worden, concludeert De Standaard. Sectorfederatie Fevia zag de rendabiliteit in 2024 naar een historisch dieptepunt zakken. Botelberge vreest daarom dat hij vroeg of laat zijn aanbod zal moeten rationaliseren. “Dat betekent verschralen”, zegt hij. “Geen paling in het groen meer, bijvoorbeeld, op het menu. Dat kan toch ook niet de bedoeling van duurzaamheidsrapportering zijn?”