“Het is hoog tijd dat de Vlaamse regering de regie in handen neemt en strategische keuzes maakt in het opleidingsbeleid”, zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka – Kamer van Koophandel West-Vlaanderen. “We kunnen niet langer accepteren dat de hobby’s van sommige Vlamingen wel ondersteund worden, maar de economische opleidingsnoden stiefmoederlijk worden behandeld. Zet het geld in daar waar het onze economie en de loopbanen versterkt. Zonder goed opgeleide werknemers, verliest West-Vlaanderen immers één van haar grootste troeven.”
5 concrete adviezen
Vandaag besteedt de Vlaamse overheid jaarlijks 1,3 miljard euro aan allerlei opleidingsinitiatieven, maar de economische return is niet altijd aanwezig. Werkgevers investeren fors in hun rol als opleider, maar worden daarin nauwelijks ondersteund.
Voka adviseert dat 1 minister het volledige opleidingsluik op zich neemt en een geïntegreerde visie op levenslang leren ontwikkelt en implementeert. In een nieuwe expertenpaper formuleert Voka een vijftal aantal concrete beleidsaanbevelingen.
1. Dringende nood aan talentstrategie: Vlaanderen moet nu bij het begin van haar legislatuur een talentstrategie ontwikkelen die inspeelt op de huidige en toekomstige vaardigheden. Dit is cruciaal om zowel het tekort aan arbeidskrachten als de uitdagingen van transities het hoofd te bieden en productiviteitsgroei aan te wakkeren. Dat mag zich niet beperken tot het domein werk maar overspant meerdere beleidsdomeinen. Met deze strategie geven we ook een antwoord op Europese regels voor staatssteun. Europa laat immers gerichte steun toe wanneer die weldoordacht en aanvullend is.
2. Regie en samenwerking: Een duidelijke regiekamer moet de talentstrategie uitrollen en de samenwerking tussen alle betrokken partijen bevorderen. Het huidige opleidingslandschap en -beleid is versnipperd en onvoldoende afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt. Het ontbreekt bovendien aan richting op de meest acute en toekomstige skillsnoden.
3. Efficiënt gebruik van middelen: De beschikbare 1,3 miljard euro aan publieke opleidingsmiddelen moet doelgericht worden ingezet. De huidige versnippering leidt tot onnodige kosten en inefficiëntie. Vereenvoudig het publieke aanbod, vermijd dubbelfinanciering en zet in op meer vraaggerichtheid zodat het beter beantwoordt aan wat de arbeidsmarkt en de bedrijven nodig hebben.
4. Ondersteuning voor ondernemingen: Heel veel opleidingen vinden plaats op de werkvloer. Werkgevers moeten beter ondersteund worden in hun verschillende rollen als opleider. Dit omvat het verbeteren van de toegankelijkheid van opleidingsinstrumenten en het verminderen van administratieve complexiteit. Vlaanderen kan de fiscale autonomie inzetten om ondernemingen te stimuleren in hun opleidingsinspanningen.
5. Cocreatie en inclusiviteit: Samenwerking tussen publieke en private opleidingsinitiatieven is essentieel. Alle betrokken partijen, waaronder hoger onderwijs, private opleidingsverstrekkers, sectoren en uiteraard ondernemingen zelf, kunnen een actieve rol spelen in de talentstrategie. Een ambitieuze visie nodigt uit om daaraan bij te dragen.