“De extra miljarden die naar defensie zullen gaan, moeten ook terugvloeien naar de (West-)Vlaamse economie. Een veiliger Vlaanderen gaat hand in hand met sterke bedrijven. Ook West-Vlaanderen kent tal van ondernemingen die sterk staan in innovatie, digitalisering en cyberveiligheid en heeft alles in huis om mee te bouwen aan een sterkere defensie.”
Dat zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen. Hij benadrukt dat defensie nieuwe kansen biedt op groei. Maar dan wel onder bepaalde voorwaarden. “Als we de return van defensie-uitgaven willen verhogen, moet onze (West-)Vlaamse defensie-industrie versterkt worden”, zegt Mons nog. “Dat betekent: bedrijven sneller laten opschalen, drempels tot de markt verlagen en investeren in innovatie. Een hervorming van het Wapenhandeldecreet, de oprichting van een Defensiefonds en gerichte bedrijfsondersteuningsprojecten zijn alvast stappen in de goede richting zowel op Vlaams als Federaal niveau.”
Stel een interfederaal defensieplatform in
Naast 3,5% van het BBP voor militaire uitgaven ligt ook bijkomend 1,5% BBP op tafel voor bredere veiligheidsinvesteringen. Die 1,5% zal voor een belangrijk deel door de deelstaten gedragen moeten worden. “Toch ontbreekt vandaag een gestructureerd overlegkader tussen het federale niveau en de gewesten over defensie”, vindt Bert Mons. “Heel wat relevante bevoegdheden – denk aan innovatie, industrie, infrastructuur of opleidingsbeleid – liggen niet federaal. Het uitblijven van een overlegkader leidt tot gemiste kansen, inefficiënte bestedingen en een onduidelijke rolverdeling.”
Voka West-Vlaanderen pleit daarom voor de oprichting van een interfederaal overlegplatform waarin de deelstaten en het federale niveau structureel samenwerken rond defensie. “Want wie in België investeert in veiligheid, moet kunnen rekenen op een rechtzeker en niet overlappend beleidskader op elk niveau”, besluit Bert Mons.