Op 14 juli 2023 nam de Vlaamse Regering de startbeslissing over het complex project ‘Optimalisatie van de verbinding Ieper–Veurne tussen Vleteren en de Noorderring (N38)’. Tegelijk bevestigde de regering haar engagement om ook de lopende projecten op de N8 verder te zetten en uit te voeren. Bijna twee jaar later is in april 2025 nu eindelijk ook de onderzoeksfase (de tweede van in totaal vier fases) van start gegaan.
De Vlaamse regering geeft aan dat er in de onderzoeksfase gezocht moet worden naar een alternatief dat tegemoetkomt aan drie belangrijke doelstellingen:
- De verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid in Woesten, Elverdinge en Brielen verbeteren.
- De verkeersfunctie van de N8 als belangrijke regionale verbindingsweg vrijwaren.
- Een kwalitatieve aansluiting verzekeren op het reeds gerealiseerde en geplande wegbeeld tussen Veurne en Vleteren.
Bredere oefening
Wie regelmatig de N8 gebruikt, kan alleen maar met lede ogen vaststellen dat er – ook bijna 30 jaar nadat een volwaardige verbinding (autosnelweg) werd gevraagd door tal van stakeholders- er geen enkele structurele oplossing in het verschiet ligt. De door AWV (Agentschap Wegen en Verkeer) nu aangereikte oplossing (alternerend een één en een tweevaksbaan over 5 van de 20 kilometer) is een trieste aanfluiting inzake mobiliteit. Of noem het zelfs maar een vloek. Met veel geld dat over de balk wordt gegooid en een eindeloos tijdrovend traject. Maar zonder visie op de lange termijn voor de economie of voor de gemeenten en de inwoners die nu langs het traject liggen.
Ook Voka West-Vlaanderen pleit voor meer helikoptervisie. “Voka West-Vlaanderen blijft nauw betrokken als stakeholder in de onderzoeksfase en blijft pleiten voor een bredere oefening waarin de verbinding tussen Ieper, Veurne, Poperinge en Diksmuide centraal staat”, aldus Bert Mons, gedelegeerd bestuurder. “En dit zowel voor weg-, spoor- en fietsverkeer. Het is cruciaal dat de regio een vlotte en veilige verbinding krijgt tussen Ieper en Veurne, dit zal de economie én de leefbaarheid van de Westhoek enkel maar ten goede komen.”