vakbondsactie-300×204-1

West-Vlaamse werknemers voelen zich soms gevangen in een gouden kooi

KORTRIJK - Bijna één op vijf West-Vlaamse werknemers voelt zich opgesloten in een gouden kooi. Hij of zij wil wel van job veranderen, maar durft geen ontslag nemen omdat hij/zij de voordelen en zekerheden niet wil verliezen. Dat blijkt uit onderzoek* van HR-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met professor Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.

Dat ‘gouden kooi gevoel’ heeft een impact op het functioneren van werknemers. Wie het gevoel heeft gevangen te zitten in zijn job voelt zich minder gemotiveerd, heeft minder werkplezier, is minder productief dan wie wel een goede band heeft met de werkgever. Toch is maar 3,5% van alle West-Vlaamse werknemers op zoek naar een nieuwe job bij een andere werkgever en staat slechts een kwart open voor nieuwe kansen, zonder er actief naar te zoeken.

“Ondanks de vele kansen op de arbeidsmarkt vertaalt het ‘gouden kooi-fenomeen’ zich nauwelijks in externe jobmobiliteit van werknemers,” zegt professor Van den Broeck. “De sleutel om werknemers te bevrijden uit hun gouden kooi ligt bij de organisaties: zij kunnen meer inzetten op affectieve betrokkenheid. Werknemers blijven dan niet voor de voordelen, maar omdat ze zich echt verbonden voelen met hun werk en werkgever.”

Sterke band

Met die goede vorm van betrokkenheid zit het voor 41% van de West-Vlaamse werknemers  wel prima. Zij voelen een sterke band met de organisatie waarvoor ze werken.

Bijna de helft van de West-Vlaamse respondenten geeft aan tot het eind van hun loopbaan bij hun huidige werkgever te willen blijven. 44,3% van de West-Vlamingen gaat ook met plezier werken. Daar tegenover voelt een kwart van de West-Vlamingen zich vastgeroest in zijn job en geeft 15,4% aan ‘maar iets te doen op het werk en de uren af te tellen tot men naar huis kan’. Iets meer West-Vlamingen (16,8%) vervelen zich op het werk, maar blijven de job doen omwille van de werkzekerheid.

Gouden kooi belemmert jobmobiliteit

Je zou het niet meteen vermoeden met de vele berichten over ontslagen en herstructureringen, maar de Belgische arbeidsmarkt is nog steeds heel krap. Volgens cijfers van Statbel waren er in het derde kwartaal van vorig jaar 176.564 openstaande vacatures bij Belgische ondernemingen. Terwijl deze krapte werknemers kansen biedt om hun talenten elders ten volle te benutten, durven veel werknemers niet van job te veranderen. Bijna de helft  van de West-Vlamingen (49,4%) geeft aan dat ze dan te veel zouden moeten opgeven.

“Veel heeft te maken met de structuur van onze arbeidsmarkt”, zegt Wim Van der Linden, woordvoerder van Tempo-Team. “In tegenstelling tot heel wat andere landen is de Belgische arbeidsmarkt vrij rigide. Systemen zoals de automatische loonindexering, anciënniteit en opzegtermijnen zorgen ervoor dat mensen minder snel van werk veranderen. Wanneer hun loonpakket, werkzekerheid en opgebouwde anciënniteit, belangrijker worden dan hun werkplezier en persoonlijke ontplooiing, dan belanden werknemers in een gouden kooi. Dit belemmert de mobiliteit op de arbeidsmarkt, waardoor vacatures moeilijker ingevuld raken. Daarnaast verliezen bedrijven ook intern potentieel. Het gebrek aan motivatie en betrokkenheid zorgt voor minder productiviteit en een hoger risico op ziekteverzuim, wat uiteindelijk kan leiden tot langdurige uitval. De gouden kooi leidt dus tot gemiste kansen voor zowel werknemers als werkgevers.”

Het verschil maken

Belgische werknemers zijn dus behoorlijk honkvast. Maar volgens professor Van den Broeck is het voor uitgebluste werknemers niet altijd nodig om een andere job te zoeken. “Organisaties die werknemers weten te ‘bevrijden’ uit hun gouden kooi, benutten het aanwezige talent beter en verbeteren de productiviteit én werksfeer”, zegt Van den Broeck. “Hoe dan? Door de affectieve betrokkenheid van de werknemers te vergroten, de emotionele band die werknemers hebben met hun werk en organisatie.”

Organisaties hebben er dus alle baat bij om in te zetten op de affectieve betrokkenheid. Dat kan onder andere door de feedback van hun werknemers serieus te nemen. Ook door inspanningen van werknemers te waarderen, bezorgd te zijn om hun welzijn en hen boeiende taken aan te bieden. Belangrijk is de manier waarop die acties gekaderd worden. Zo motiveert het werknemers bijvoorbeeld veel meer wanneer ze een training mogen volgen die ze zelf belangrijk vinden en niet enkel omdat die nodig is om de job te kunnen uitoefenen.

Werknemers die aangeven dat ze een sterke affectieve band hebben met hun organisatie, scoren hoger op het vlak van motivatie, werkplezier, productiviteit, werkgeluk en het werk in het algemeen in vergelijking met zij die zich gevangen voelen in een gouden kooi.

foto: archief