Modebedrijven kunnen stockbeheer sterk verbeteren

modehuis

RFID-tags of ‘slimme labels’, uit de kledij van internationale ketens zijn ze al bijna niet meer weg te denken. Ze zijn een grote hulp om een correct zicht te hebben op de voorraden, een must om naar omni-channel over te stappen. Vlaamse modebedrijven volgen schoorvoetend, maar de grote doorbraak blijft nog uit. De overstap blijkt een complex proces. Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) uit Berchem startte in december 2014 het project ‘In-store-improvement’ op om het overstapproces te versnellen.

Bij de grote internationale modeketens is het al eerder regel dan uitzondering dat de barcode in kleding tijdens het voorbije decennium werden vervangen door RFID-labels om hun producten van de fabrikant tot aan de kassa te volgen. Het voordeel van RFID tegenover barcodes is dat de slimme tags volautomatisch gescand kunnen worden en dat de etiketten veel meer informatie kunnen bevatten. Vlaamse moderetailers bleven, op enkele uitzonderingen na (JBC, ZEB …), achter. De noodzaak van een accurate stock wordt erkend maar de overstap is niet vanzelfsprekend. De technologie is niet “off-the-shelf” beschikbaar en vraagt een volledige procesaanpassing.

Het VIL startte samen met enkele spelers uit de Vlaamse modesector eind 2014 het project ‘In-store-improvement’ op om het leer- en overgangsproces te verkorten. Door de aanhoudende druk op de prijzen en nieuwe trends binnen de modesector (omni-channel, zelfde-dag-thuislevering …) is het een must om een accuraat zicht te hebben op welke artikelen in welke kleur en welke maat zich waar in de logistieke keten bevinden.

Stockaccuraatheid bleek bij velen een zwak punt, slechts 70% van de artikelen in de winkel kennen, is geen uitzondering. “We hebben een inventarisatie gemaakt van de nieuwste technologieën en hun mogelijkheden. Begin er maar aan als individueel bedrijf. We hebben de kosten en baten tegen elkaar afgezet én verschillende technologieën uitgetest bij de deelnemende bedrijven”, legt Jan Merckx (VIL) die het project heeft geleid, uit. Uit de business cases blijkt dat de investering in de technologie zich snel terugverdient: tussen de 1,2 en 2,9 jaar. “In de berekening werd bovendien geen rekening gehouden met de eisen die omni-channel aan de bedrijven stelt, dus de baten liggen allicht nog hoger” aldus Merckx.

Cijfers van bedrijven die er reeds mee aan de slag gingen tonen veel voordelen van RFID-technologie voor de moderetail. Stockaccuraatheid stijgt van gemiddeld 63% naar 95%. Out-of-stocks in winkels dalen met tot 50%. Een betere beschikbaarheid van kledingstukken in de winkel zorgt voor een betere verkoop (van 2 tot 20%) en minder overschot dat aan dumpingprijzen moet worden verkocht. De winkel kan spoedleveringen vermijden en verhoogt de klantentevredenheid. Winkelpersoneel kan daarenboven efficiënter worden ingezet door minder zoekwerk en tellingen. Naast een beter inventarismanagement maakt de technologie ook een betere controle op diefstal mogelijk. De winkel heeft realtime zicht op welke artikels de winkel verlaten en kan zijn stock meteen aanpassen en de nodige acties ondernemen.

Het VIL startte in december 2014 samen met 10 bedrijven met het project "In-store-improvement". Doel van het project: de Vlaamse modesector aansporen om de stap te zetten naar het inzetten van RFID-tags voor een automatisch stockbeheer, op artikelniveau. Tien bedrijven en organisaties namen deel aan het project: Bleckmann, bpost, Caroline Biss, Fabrimode (Bel and Bo), GIKS Mode, GS1, PostNL, Scapa, Siemens en Van de Velde.