https___static-_51_ Foto: Getty Images

Antwerps ondernemersvertrouwen op laagste punt sinds juni 2020: “Voor grote investeringen wordt België zelfs niet meer in overweging genomen”

Het vertrouwen van Antwerpse ondernemers in de economie is sinds de uitbraak van corona niet meer zo laag geweest. Een van de grote problemen is dat grote landen zoals de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk forse subsidies geven aan hun bedrijven, terwijl België daar het geld niet voor heeft.

Uit een rondvraag van Gazet van Antwerpen bleek vorige maand dat honderden mensen in de chemiesector in de provincie Antwerpen op economische werkloosheid staan. Ze zitten enkele dagen of weken per maand thuis en krijgen maar 65% van hun gemiddelde loon, al legt het bedrijf daar dikwijls nog een som bovenop. Die economische werkloosheid is een gevolg van de lagere productie van de Antwerpse chemiebedrijven, die dan weer het gevolg is van de hoge loon- en energiekosten, maar ook van een lagere vraag vanuit bijvoorbeeld Duitsland en scherpe concurrentie van Chinese bedrijven.

Nu blijkt dat de crisis zich steeds verder uitdiept. “We stellen elke maand een conjunctuurbarometer over alle sectoren heen op, met regionale cijfers die de Nationale Bank ons bezorgt”, zegt Pieter Leuridan, woordvoerder van ondernemersorganisatie Voka Antwerpen-Waasland. “In de barometer voor september dit jaar staat het ondernemersvertrouwen op het laagste punt sinds juni 2020. Ondernemers waren nochtans lange tijd redelijk optimistisch over de toekomst, maar in de recente bevragingen verdween dat vertrouwen volledig. Er is een structurele schade aan de competitiviteit van onze industrie. Dit is geen tijdelijk fenomeen. De overheid moet dringend actie ondernemen om decennialange schade aan onze economie te voorkomen.”

Voka vraagt aan de federale regering onder meer dat bedrijven die het moeilijk hebben, hun RSZ-bijdragen later mogen betalen en dat energie-intensieve bedrijven korting krijgen op hun nettarieven.

Pieter Leuridan. Foto: RR

Laagste concurrentiekracht in elf jaar

Voka staat niet alleen met zijn klaagzang. “De Europese Commissie doet elk kwartaal een bevraging over de concurrentiekracht van bedrijven”, verklaart Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België. “Dat geeft aan in welke mate bedrijven denken dat ze goed kunnen concurreren met het buitenland. In het derde kwartaal van dit jaar was de Belgische concurrentiekracht de laagste in elf jaar tijd.”

“Dat komt onder meer omdat veel landen hun eigen economie de laatste tijd fors subsidiëren, terwijl België daar het geld niet voor heeft, onder meer omdat onze staatsschuld zo hoog is”, beweert Peter Vanden Houte. “Zowel de Verenigde Staten, China als Canada geven forse subsdies aan bedrijven die er een fabriek willen bouwen. Kijk maar naar het Belgische bedrijf Umicore, dat van de Canadese overheid omgerekend zo’n 680 miljoen euro aan subsidies krijgt om in Canada een fabriek voor batterijmaterialen voor elektrische auto’s te bouwen. Door die scherpe concurrentie zijn ook Duitsland en Frankrijk veel meer subsidies beginnen uit te delen.”

Duitsland trekt bijvoorbeeld 20 miljard euro uit voor de subsidie van bedrijven die investeren in chipproductie. Daardoor gaat het Taiwanese bedrijf TSMC zijn eerste Europese fabriek in Dresden bouwen. “We zijn lang beschermd geweest tegen die Duitse en Franse concurrentie, omdat er in Europa strenge regels voor staatssteun zijn”, vertelt Peter Vanden Houte. “Maar de laatste tijd ziet de Europese Commissie dat steeds meer door de vingers, omdat er anders te veel investeringen naar andere continenten dreigen te verdwijnen.”

Peter Vanden Houte. Foto: Duco de Vries

Minder kosten om vergrijzing te betalen

Wat is het concrete gevolg daarvan voor België? “Als een internationaal bedrijf een grote investering wil doen, wordt België niet eens meer in overweging genomen”, zegt Peter Vanden Houte. “De bedrijven die hier vandaag zijn, zullen wel blijven. Je kan een fabriek niet zomaar oppakken en naar het buitenland verplaatsen. Maar omdat grote nieuwe investeringen zullen uitblijven, zal onze economische groei structureel dalen en zal België dus minder geld binnenkrijgen om de kosten van de vergrijzing mee te betalen.”

Vlaams minister van Economie Jo Brouns (CD&V) heeft inmiddels samengezeten met de vertegenwoordigers van de industrie, maar wijst erop dat Vlaanderen niet de budgetten heeft om tegen grootmachten als Frankrijk of Duitsland op te boksen. “Maar vanaf 1 januari is België voorzitter van de Europese Unie”, stelt Jo Brouns. “We gaan van dat voorzitterschap gebruikmaken om te pleiten voor een gelijktrekking van de regels voor de interne markt. Het kan niet dat grote landen de concurrentieregels zomaar naast zich neerleggen.”

Jo Brouns. Foto: BELGA