Antwerpen haven Foto: Belga

Antwerpse haven dreigt fabriek van 250 miljoen euro mis te lopen door onzekerheid over stikstof

Het onzekere vergunningenklimaat doet afvalverwerker Indaver twijfelen om een nieuwe recyclagefabriek van 250 miljoen euro neer te poten in de haven van Antwerpen. Dat zegt Paul De Bruycker, de CEO van Indaver, donderdag in De Tijd. “Als Vlaams bedrijf hebben we een voorkeur voor Antwerpen”, zegt De Bruycker. “Maar in de huidige omstandigheden is het heel moeilijk om daarvoor te kiezen.”

Concreet gaat het om plannen voor een recyclagefabriek om kunststoffen te verwerken, wereldwijd de grootste in haar soort. De fabriek zou op een duurzamere manier nafta produceren, de basisgrondstof voor de petrochemische industrie. Volgend jaar wordt gestart met een proefproject in Antwerpen, maar Indaver wil het concept ook op grote schaal toepassen en is bereid om daar 250 miljoen euro in te investeren.

CEO Paul De Bruycker wil die investering doen in de Antwerpse haven, maar twijfelt. “De voorwaarden en de doorlooptijd van een vergunning zijn door de stikstofproblematiek onzeker geworden”, zegt De Bruycker in een gesprek met De Tijd. “Bovendien trekken Frankrijk en Duitsland aan onze mouw met subsidies. Vlaanderen kan daarin niet volgen.”

De Bruycker verwijst naar wat er met de ethaankraker van Ineos is gebeurd: de Britse chemiereus zag de vergunning voor het miljardenproject al twee keer sneuvelen vanwege problemen met de mogelijke stikstofneerslag in een nabijgelegen natuurgebied. Intussen is er wel een politiek stikstofakkoord, maar het is wachten op een decreet.

Deze week nog waarschuwde premier Alexander De Croo dat de vergunningverlening ten gevolge van de stikstofmalaise stokt in Vlaanderen. “Een potentiële dolk in het hart van de Vlaamse economie”, noemde hij het.

De Bruycker noemt het recente stikstof­akkoord “een stap in de goede richting”, maar drukt zich voorzichtig uit over de afloop. “We zullen zien hoe het verder wordt aangepakt, uitgewerkt en geïmplementeerd. Er is nog tijd, maar niet veel. We willen in de komende zes tot acht maanden een ­beslissing nemen over de locatie.”