autofabriek Minerva Foto: RR

Autofabriek Minerva bouwde eerste pantserwagen: “Een subliem salon op wielen van Antwerpse makelij”

Goed honderd jaar geleden begon de automobiel Minerva met de verovering van de wereld. Superrijken zoals staatshoofden, koningshuizen en zelfs de Amerikaanse autobouwer Henry Ford reden rond in wat toen “een subliem salon op wielen van Antwerpse makelij” werd genoemd. Gangsterbaas Al Capone had een beveiligd model.

Nochtans was het allemaal bescheiden begonnen in 1895 met een fietsfabriekje in de Karel Oomsstraat. Stichter was de naar hier verhuisde Amsterdammer Sylvain de Jong. Samen met zijn broers en lokale fietsenmakers produceerden ze al snel tweehonderd fietsen per week. Daarna gingen ze motorfietsen maken en vanaf 1904 ook de fameuze luxeauto’s.

Mét pantserstaal

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werd beroep gedaan op Minerva om als eerste bepantserde wagens te maken in de fabriek van Cockerill in Hoboken. Dat waren de gekende modellen, bekleed met platen van 4 mm pantserstaal rond de motor en de cabine, plus een automatisch Hotchkiss-machinegeweer op de open bovenkant. Ze werden gebruikt als een soort gemotoriseerde cavalerie tegen de oprukkende Duitse troepen, die ze grote verliezen toebrachten.

Lang duurde de strijd niet. Het Belgisch leger moest zich terugtrekken tot achter de IJzer en het ondergelopen gebied was te nat en te drassig voor de zware voertuigen. Maar tegen die tijd hadden de gepantserde Minerva’s wel bewezen waartoe ze in staat waren.