Meer dan ooit zijn we op zoek naar een goede balans tussen werk en leven. Met de zomervakantie in aantocht brengt SD Worx in kaart hoe werknemers op vakantie gaan: hoeveel vakantiedagen hebben ze nodig om tot rust te komen, nemen ze jaarlijks doorgaans een vaste vakantieperiode op en hoever op voorhand vragen ze hun vakantie aan?
De vraag hoeveel dagen vakantie nodig zijn om opnieuw tot rust te komen, leidt tot uiteenlopende antwoorden bij Europese werknemers. Belgische werknemers hebben gemiddeld 16 dagen vakantie nodig om hun batterijen op te laden. Dit sluit mooi aan bij het Europese gemiddelde van 17 dagen gewenste vakantierust. Toch vinden we opvallende verschillen terug tussen de Europese landen. In het Verenigd Koninkrijk volstaan 8,5 vakantiedagen. In landen zoals Spanje en Finland is er meer nood aan vakantietijd, met respectievelijk een voorkeur voor 27 dagen en 34 dagen.
Minder grote verschillen zijn er als het gaat om een vaste periode waarin men jaar na jaar vakantie neemt. 42% van de Belgische werknemers neemt zo een jaarlijkse vaste vakantieperiode op. Dat is iets hoger dan het Europese gemiddelde van 37% van werknemers die een vast jaarlijks vakantiepatroon opnemen. Een jaarlijks terugkerend vakantiepatroon vinden we vooral terug bij getrouwde en samenwonende werknemers. Bij singles heeft slechts 1 op de 3 een vaste vakantieperiode.
De helft van de Belgen verkiest een lange vakantie boven een korte. Dit is nog meer uitgesproken in Frankrijk, Duitsland en de Scandinavische landen. Een kortere vakantieperiode, zoals een verlengd weekend of een dagje vrijaf, kan bij 36% van de Belgische werknemers de voorkeur genieten. Dat ligt in lijn met het Europese gemiddelde van 33%. In Zweden is dit het minst populair: daar opteert slechts 24% voor een kortere vakantie.