garagist Links: Garage Frijters in Kalmthout sloeg de handen in elkaar met garage Ribbens uit Wuustwezel. Rechts: Paul Adams. — © Jan Van der Perre, Bert De Deken

Beroep van traditionele garagist staat op losse schroeven

De eerste drie maanden van dit jaar ging een recordaantal garages failliet in Vlaanderen. Drie jaar geleden sprak Gazet van Antwerpen met twee garagisten over de toekomst van de traditionele verkopers en mecaniciens. Hoe vergaat het ze intussen? “Ons verdienmodel werkte niet meer.”

Het aantal failliete autohandelaars en garages in Vlaanderen stijgt voor het derde jaar op rij. De eerste drie maanden van dit jaar ging een recordaantal van 67 garages failliet. De uitlopers van corona zitten daar voor iets tussen. Maar vooral de toenemende macht van grote autogroepen als Stellantis, de groep boven onder meer Fiat, Jeep, Opel en Peugeot, zet het beroep van traditionele garagist op losse schroeven. Komt daar nog bij dat het aantal elektrische wagens pijlsnel toeneemt. Die hebben veel minder onderhoud nodig dan wagens die op klassieke brandstof rijden.

Ook de Fiatgarage van Arne Ribbens (33) en zijn vader in Wuustwezel moest het over een andere boeg gooien. Een half jaar geleden sloegen ze vader en zoon de handen in elkaar met Garage Frijters uit Kalmthout. Ze sloten de deuren van hun garage die vier generaties overspande en verhuisden met hun werkplaats naar Kalmthout.

In 2021 maakte Arne Ribbens zich in deze krant nochtans sterk het eeuwfeest van zijn garage in 2030 te kunnen vieren. Vandaag liggen de kaarten dus anders. Stellantis zette de voorbije jaren de contracten met heel wat Europese dealers stop. De autogroep gaat sindsdien verder met minder dealers die voor meer merken van de groep tegelijk kunnen zorgen.

“Dat heeft voor ons alles veranderd. Wij verdeelden Fiat en ik zag het niet zitten om verder te gaan zonder merk”, vertelt Arne Ribbens. “Frijters wilde wel meerdere merken verkopen, waaronder Fiat. Het was een voor de hand liggende keuze om met hen in zee te gaan.”

Arne en Patrick Ribbens met Lander Frijters. — © Jan Van der Perre

Familiaal karakter behouden
Emotioneel lag dat in het begin wat moeilijk. “Maar als je er nuchter over nadenkt, besef je dat we het nooit hadden kunnen volhouden op een rendabele manier. Ons verdienmodel werkte niet meer. We zouden al heel wat auto’s moeten verkopen om de kosten te kunnen blijven dekken. Autogroepen als Stellantis stellen hoge eisen, terwijl de verdiensten klein zijn.”

“Ons beroep is er niet makkelijker op geworden sinds de komst van de elektrische en de hybride wagens. Het is moeilijk om de juiste mensen te vinden die zowel technisch als elektrisch voldoende onderbouwd zijn”

Arne Ribbens van Garage Frijters

Bij garage Frijters doet Ribbens nog steeds hetzelfde werk als voorheen. “Ik ben werkplaatsverantwoordelijke voor de Italiaanse merken en stuur een ploeg van negen techniekers aan. De moeilijke diagnoses neem ik voor mijn rekening. Want ons beroep is er niet makkelijker op geworden sinds de komst van de elektrische en de hybride wagens. Het is moeilijk om de juiste mensen te vinden die zowel technisch als elektrisch voldoende onderbouwd zijn.”

Hij heeft geen spijt over de beslissing om verder te gaan onder garage Frijters. “Dat is ook een familiaal bedrijf, gerund door vier broers. Die samenwerking verloopt goed. Met een grote speler als Van Mossel zouden we nooit in zee zijn gegaan. Dat familiale karakter behouden, was voor ons het allerbelangrijkste. En intussen vinden onze klanten hun weg goed naar Kalmthout.”

Garagist Paul Adams verkoop nog steeds tweedehandse diesel- en benzinewagens en doet herstellingen. Het elektrische verhaal is moeilijker voor hem. — © BERT DE DEKEN

Moeilijk voor onafhankelijke garagist
Ook voor Garage Adams, het bedrijf van Paul Adams (62), liggen de kaarten anders dan drie jaar geleden. Adams verkocht en herstelde toen zowel tweedehandse wagens op fossiele brandstoffen als nieuwe en tweedehandse elektrische wagens. Vandaag zitten die elektrische exemplaren niet meer in zijn assortiment.

“We werkten samen met de Chinese firma JAC en boden een model aan voor 30.000 euro. Een mooi, betaalbaar initiatief voor de mensen uit de buurt. Nadat we vijftien van deze wagens verkocht hadden, waren ze plots niet meer leverbaar. Dat is nu twee jaar geleden. Er zou een nieuw model aankomen, maar dat kwam niet. En toen viel alles stil.”

“We boden mooi, betaalbaar elektrisch model uit China aan. Twee jaar geleden was plots niet meer leverbaar. En toen viel alles stil”

Paul Adams, uitbater van Garage Adams

Adams nam vervolgens contact op met het Britse automerk MG in de hoop om met hen een samenwerking te kunnen aangaan voor de verkoop van elektrische wagens. “Ook dat lukte niet, want zij willen niet samenwerken met onafhankelijke dealers. Ze kiezen voor de grote dealers of mikken op online verkoop.” Ook latere pogingen tot samenwerken met andere merken draaiden tot nu toe op niets uit. “Als onafhankelijke garagist is het moeilijk om het elektrische verhaal van de grond te krijgen, ook al staan wij er voor open.”

Niet wanhopen
Toch wanhoopt hij niet. “Ik heb werk genoeg. De verkoop van tweedehandse diesel- en benzinewagens loopt nog steeds, al maken de strengere uitstootnormen en de verstrengde keuringsnormen het er niet makkelijker op.”

En ook de herstellingswerken blijven gewoon doorlopen. Zij het vooral aan de wagens die rijden op klassieke brandstof. “Want aan elektrische wagens heb je veel minder werk. Die zijn qua motor en batterij heel betrouwbaar. Je hebt natuurlijk wel de banden, de remmen, de airco, de ramen of de herstellingswerken na een ongeval, maar de motorproblemen van diesel- of benzinewagens vallen weg bij elektrische wagens.”

Het zijn voor de kleine garagist dus geen gemakkelijke tijden. “Maar je moet de zaken niet overdramatiseren”, vindt Adams. “Klanten komen nog steeds naar hier omdat ze kiezen voor persoonlijk advies en voor het familiale karakter. Wij hebben toch een andere relatie met onze klanten dan de grote dealers.”

Hoe hij de toekomst ziet? “Het is afwachten en het blijft zoeken, maar het komt wel in orde, denk ik. We blijven veel werk hebben en het blijft plezant. Dus doen we voort.”