Voka wil snellere en stabielere vergunningen Foto: Jan Van der Perre

“Eerste uitbreiding van haven had dit jaar klaar moeten zijn, maar werken zijn niet eens begonnen”: Voka wil snellere en stabielere vergunningen

Voka Alfaport, de vereniging van de private Antwerpse havenwerkgevers, wil dat de volgende Vlaamse regering ervoor zorgt dat bedrijven sneller aan een vergunning geraken. “Er moet meer worden geluisterd naar de stille meerderheid van voorstanders van een project”, zegt Stephan Vanfraechem, algemeen directeur van Alfaport Voka.

Nu zondag trekken we naar de stembus voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. De werkgevers van de Antwerpse haven roepen de volgende regeringen op om enkele knelpunten grondig aan te pakken. We sommen er vier op:

1. Sneller beslissen over vergunningen

“Wij willen dat er in de toekomst maximaal drie jaar zit tussen de startnota van een project en het afleveren van de definitieve vergunning”, zegt Stephan Vanfraechem. “Drie jaar moet genoeg zijn om een draagvlak te vinden bij de brede bevolking. Iedereen die protest wil aantekenen tegen een beslissing kan dat in die periode doen, maar op een bepaald moment is het genoeg geweest. Nu lijkt het wel alsof iedereen onbeperkt kan protesteren tegen een nieuwe vergunning voor een bedrijf. Dat schrikt investeerders af. De onstabiliteit van vergunningen heeft er mee voor gezorgd dat de competitiviteit van de Antwerpse haven er in de laatste vijf jaar op achteruit is gegaan.”

“Als een project belangrijk is voor pakweg de energietransitie of het versterken van onze economie, dan moet dat zwaarder doorwegen dan lokaal verzet”

Stephan Vanfraechem

Stephan Vanfraechem. Foto: Kioni Papadopoulos

Stephan Vanfraechem verwijst onder meer naar de omgevingsvergunning van de Project One-fabriek van het chemiebedrijf Ineos in de Antwerpse haven, die gedurende meer dan een half jaar werd ingetrokken wegens onduidelijkheid over de stikstofuitstoot van de fabriek. “Maar ik denk ook aan het hele lange proces om een vergunning te krijgen voor de uitbreiding van de Antwerpse haven”, zegt Stephan Vanfraechem. “In de oorspronkelijke plannen voor de Extra Container Capaciteit Antwerpen (ECA) zou de eerste kilometer kaaimuur ten laatste dit jaar gebouwd zijn. Maar we hebben zoveel vertraging opgelopen dat de werkzaamheden nog niet eens zijn begonnen.”

“In het algemeen wordt er vandaag te weinig rekening gehouden met voorstanders van een project en te veel met tegenstanders”, zegt Vanfraechem. “Terwijl ik het gevoel heb dat die tegenstanders vaak in de minderheid zijn. Er moet daarom meer rekening worden gehouden met het algemene belang. Als een project belangrijk is voor pakweg de energietransitie of het versterken van onze economie, dan moet dat zwaarder doorwegen dan lokaal verzet.”

2. Zorg dat er niet te veel loodsen tegelijk met vakantie zijn

“De loodsen hebben nu te veel vrijheid in het bepalen van hun eigen dienstregeling. Daardoor zijn er vaak te veel loodsen tegelijk met vakantie”, zegt Stephan Vanfraechem. “Dat heeft tot gevolg dat schepen in vakantieperiodes soms uren moeten wachten voor ze kunnen verder varen. Hele planningen lopen daardoor in de war. De volgende Vlaamse regering moet er dus voor zorgen dat de planning van de loodsen centraal wordt aangestuurd.”

Niels Knockaert van de christelijke vakbond ACV Transcom wijst erop dat een sociaal bemiddelaar sinds begin dit jaar aan een rapport werkt over de hervorming van het loodswezen. “Los daarvan is het natuurlijk het recht van een loods om zijn verlof op te nemen”, zegt Niels Knockaert. “Dat gebeurt niet in het wilde weg, maar wordt wel degelijk aangestuurd door een planningsdienst die verlofdagen goedkeurt. Maar er zijn altijd pieken in het aantal schepen dat een haven aandoet. Je kunt tijdens zo’n korte piek niet zomaar twintig extra loodsen opleiden als er een tijdje extra veel schepen zijn, want na die piek zouden die extra loodsen dan geen werk meer hebben.”

Niels Knockaert. Foto: rr

3. Maak de energievoorziening in de haven groener

Schepen stoten in de Antwerpse haven veel CO2 uit, omdat ze hun dieselmotoren moeten laten draaien voor de verlichting of verkoelingsprocessen op het schip. Die uitstoot kan zwaar worden beperkt als het schip gebruik kan maken van walstroom, dus van energie van het elektriciteitsnet. Het schip wordt dan in de haven in een stopcontact gestoken.

Vanaf eind 2026 komen er aan de Antwerp Euroterminal (AET) in de Waaslandhaven twee laadpunten voor zeeschepen, waarmee ze elektriciteit van aan de wal nemen. “Maar dat is nog veel te weinig. Vaak liggen er aan die terminal meer dan twee schepen, en aan de andere terminals in de Antwerpse haven is er geen walstroom”, zegt Stephan Vanfraechem. “De volgende regering moet absoluut investeren in een degelijk en stabiel elektriciteitsnetwerk dat de grote hoeveelheid stroom aan wal kan brengen.”

4. Zorg ervoor dat goederentreinen op elektriciteit kunnen rijden

“De federale minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) heeft voor extra middelen gezorgd voor het goederenvervoer per spoor”, zegt Stephan Vanfraechem. “Maar zijn voorgangers hebben in de vijfentwintig jaar ervoor alleen maar bespaard op goederenvervoer, waardoor er nog veel moet worden ingehaald. Vandaag zijn er te veel sporen in de Antwerpse haven die niet geëlektrificeerd zijn. Dat wil zeggen dat treinen op elektriciteit binnenkomen, en dat ze in de haven moeten overschakelen op diesel. Dat is slecht voor het milieu en leidt tot tijdverlies.”

“Het probleem is dat wachtsporen te kort zijn. Daardoor is spoorvervoer niet altijd efficiënt en wordt er nog te vaak noodgedwongen voor de vrachtwagen gekozen”

Stephan Vanfraechem

“En verder moeten de wachtsporen voor goederentreinen langer worden gemaakt”, zegt Stephan Vanfraechem. “Goederen- en personentreinen rijden op dezelfde sporen. Personenvervoer heeft altijd voorrang, waardoor de goederentreinen soms moeten wachten op een wachtspoor. Het probleem is dat die wachtsporen te kort zijn. Een goederentrein van 740 meter kan er niet op, waardoor die trein voor de Antwerpse haven noodgedwongen korter moet worden gemaakt. Daardoor is spoorvervoer niet altijd efficiënt en wordt er nog te vaak noodgedwongen voor de vrachtwagen gekozen.”