Afbeelding2 François Van Hoydonck. Foto Nattida-Jayne Kanyachalao

Nervositeit door exportverbod op palmolie, maar niet bij Sipef

SCHOTEN - Spanning en zenuwachtigheid op de internationale markten, wanneer de Indonesische overheid vorige week een volledig uitvoerverbod op palmolie aankondigde. Op die manier probeert het land de galopperende prijzen voor de lokale consument te beteugelen. 'Voedselnationalisme', zo klonk het wereldwijd, want overal tikt de prijs van het winkelmandje verder aan. Toch is er in kasteel Calesberg in Schoten, al jarenlang het zenuwcentrum van palmolieproducent Sipef, vooralsnog geen reden tot paniek. "Binnen een week waait dit weer over", verzekert CEO François Van Hoydonck.

Sipef uit Schoten produceert jaarlijkse 260.000 ton ruwe palmolie in Indonesië, goed voor een binnenlands marktaandeel van een halve procent. Indonesië is dan weer met een marktaandeel van 35 procent de grootste uitvoerder van plantaardige olie wereldwijd. Eerder deze maand verhoogde het al de exporttarieven op palmolieproducten om de binnenlandse markt te beschermen.

LEES OOK. Sipef zet zich schrap voor nieuwe heffingen op palmolie: “Prijzen breken records”

Suikerfeesten

Palmolie wordt verwerkt in een brede waaier aan producten: van choco tot shampoo. In Indonesië heeft het een vaste plaats in de keuken als kook- en bakolie. Voor CEO François Van Hoydonck komt de maatregel dus niet als een verrassing.

"Het lijkt erop dat men de prijzen wil drukken tijdens het Suikerfeest. Vergelijk het met de prijzen van olie en boter die plots de hoogte in zouden schieten tijdens de kerstperiode. Ergens is het logisch dat ze nu met deze maatregel komen: de prijs lokaal is zeer hoog en de gewone mens moet te veel betalen. Bovendien heeft men vanuit de sector de extra heffingen die werden ingevoerd telkens willen omzeilen."

 

“Het is logisch dat ze nu met deze maatregel komen.” Foto Nattida-Jayne Kanyachalao

“Op vrijdag kondigde de Indonesische overheid dan een volledig verbod aan op alle export van palmolieproducten”, gaat hij verder. “Maar maandag is men daarop teruggekomen. Men heeft niet goed beseft wat dit betekent voor de internationale markten. Er kwam ook veel protest van andere landen en vanuit de sector. De overheid heeft daarop de maatregel afgezwakt naar uitsluitend afgewerkte bakolie, belangrijk voor de gewone Indonesiër. Het lijkt er nu op dat de markten zich hebben hersteld.”

Kort na ons gesprek raakte bekend dat de Indonesische overheid dan toch een volledig verbod op palmolie invoert, en dus inclusief ruwe palmolie. Het moet zijn dat betaalbare bakolie dan toch niet het enige argument is. “Biodiesel op basis van palmolie is een booming business in Indonesië. Het is een hefboom voor de overheid om de regio industrieel te ontwikkelen en jobs te creëren.”

Een Indonesische werknemer met trossen waar palmolie van gemaakt wordt. Foto Reuters

Stress op de markt

En dan rest de hamvraag: wat betekent dit voor de consument? “Die zal meer betalen voor palmolieproducten, maar dat heeft al bij al weinig te maken met het exportverbod”, legt de CEO uit. “Er is algemene stress op de markt door de oorlog in Oekraïne. De zonnebloemolie die daar haar oorsprong vindt, is een belangrijk alternatief voor palmolie. Er is op zich zonnebloemolie genoeg, maar door Russische blokkades komt die niet meer tot bij ons. Bovendien wordt er door de oorlog ook niet meer aangeplant. Als de oorlog morgen zou stoppen, zouden we nog het hele jaar de gevolgen voelen.”

Naast zonnebloemolie is ook olie uit soja een gangbaar vervangmiddel. Maar die komt meestal uit Argentinië en Brazilië, waar net nu droogte de productie heeft teruggeschroefd.

De Indonesische president Widodo liet wel verstaan dat het exportverbod zal worden opgeheven van zodra de lokale prijs tot 14.000 roepie (0,92 euro) per liter zakt. Momenteel betalen handelaars 19.000 tot 20.000 roepie voor een liter. Gezien het schijnbare zigzagbeleid van de Indonesische overheid, is het afwachten of het de daad bij het woord zal voegen.