Antwerpen is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een internationale chemiecluster. Het vervoer van chemieproducten is daarmee een van de levensaders van de regio. Dit neemt niet weg dat die transportbewegingen ook zwaar wegen op het milieu. Ondergrondse leidingen naar het Duitse Ruhrgebied zouden de druk op de omgeving kunnen doen afnemen.
Begin 2015 startten de Vlaamse overheid en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen een onderzoek naar de mogelijkheden voor de inplanting van een ondergrondse leidingstraat tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied. De resultaten van het lopend onderzoek worden thans toegelicht aan de betrokken provincie- en gemeentebesturen en aan de regionale actoren.
Pijpleidingen zijn een ideaal transportmiddel voor de aan- en afvoer van grondstoffen naar de petrochemische cluster in de Antwerpse haven en naar de chemiesector in het binnenland en het Ruhrgebied. Transport via pijpleidingen is filevrij, veiliger dan transport via vrachtwagen, trein of schip en er is minder uitstoot van schadelijke stoffen als koolstofdioxide.
Om veiligheidsredenen en om zo weinig mogelijk ruimte in te nemen worden pijpleidingen best gebundeld aangelegd. Hiervoor worden reserveringsstroken of leidingstraten aangeduid.
Tussen Antwerpen en het Ruhrgebied is er op de bestaande ruimtelijke plannen geen ruimte meer om nieuwe ondergrondse leidingen aan te leggen. De reservaties op het gewestplan zijn ingenomen.
De Vlaamse overheid en het Havenbedrijf Antwerpen startten daarom samen met de Federatie van transporteurs via pijpleidingen Fetrapi en de chemiefederatie essenscia begin 2015 een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden voor de inplanting van een ondergrondse leidingstraat tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied. De Antwerpse haven is de thuisbasis van de grootste olie- en chemiecluster van Europa. De cluster vertakt zich verder langs de as Antwerpen-Ruhrgebied langsheen het Albertkanaal. Het Ruhrgebied is voor de haven van Antwerpen van cruciaal belang. Het ligt strategisch in het natuurlijke achterland van de haven, van waaruit de Duitse en Oost-Europese markt kan worden bediend. Via pijpleidingen worden belangrijke petrochemische bedrijven in beide regio’s van de nodige grondstoffen voor hun productie voorzien.
De haalbaarheidsstudie loopt nog volop: de voorbije maanden liep een ruimtelijk en technisch vooronderzoek waarbij mogelijke locaties voor segmenten van deze leidingstraat in kaart werden gebracht. Ruimte Vlaanderen licht ondertussen het lopend onderzoek en de verdere aanpak toe aan alle betrokken provincie- en gemeentebesturen en de sectororganisaties. Onderwerp van dit eerste overleg is de methodiek en de randvoorwaarden gebruikt bij het ruimtelijk-technisch vooronderzoek.
De volgende stap zal bestaan uit de uitwerking van een plan van aanpak voor de selectie van mogelijke tracés. Dat plan zal aangeven welke onderzoeken moeten worden uitgevoerd op vlak van veiligheid, maatschappelijke kosten/baten of milieu, welke processtappen nodig zijn om tot een reservatie te komen en hoe lokale actoren en bevolking hier best bij worden betrokken.
Het volledige proces om te komen tot een keuze van een tracé wordt uitgewerkt als pilootproject “complexe projecten.” Dit is een nieuwe procesaanpak waarmee de Vlaamse overheid inzet op de realisatie van projecten binnen een aanvaardbare termijn en met een zo groot mogelijk draagvlak. Daarbij wordt in een zeer vroeg stadium, voor de oplevering van afgewerkte rapporten, met de betrokken actoren overlegd