De algemene indicator is gedaald naar -9,2, nadat ze in april was gedaald naar -7,8. De verzwakking doet zich voor in alle bedrijfstakken, met uitzondering van de handel. Daar stijgt de indicator voor de derde maand op rij fors, met dank aan een “zeer sterke opwaartse herziening van de vraagverwachtingen”.
In de autosector en textielhandel is de boost het grootst. In de verwerkende nijverheid zijn de vraag- en werkgelegenheidsvooruitzichten daarentegen pessimistischer geworden.
Ondanks twee dalingen op rij is het vertrouwen nog steeds hoger dan eind vorig jaar en zeker dan bij het begin van de coronapandemie.
