De jobcreatie in ons land komt van een beperkte groep van snelgroeiende bedrijven, die nauwelijks 3% uitmaken van het totaal. Dat blijkt uit een Vlerick-studie die de collega’s van De Tijd konden inkijken. Het gaat om bedrijven als biotechbedrijf Biocartis, de tankerrederij Euronav, het farmaconcern UCB, enz. Deze bedrijven behoren tot de categorie van de forse groeiers, hetzij in toegevoegde waarde, hetzij in personeelsaantallen. En fors groeien wil hier zeggen minstens 20% per jaar, gedurende de afgelopen 3 jaar.. Die snelgroeiers zijn vooral terug te vinden in Antwerpen, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze groep bestaat uit 674 bedrijven, hetzij 3% van het totaal aantal Belgische bedrijven met minstens 10 werknemers. Samen waren ze de afgelopen drie jaar goed voor 45.000 nieuwe jobs, terwijl bij de 97% overige bedrijven er volgens de Vlerick-studie 32.000 banen verdwenen. Die snelgroeiers hadden eind 2015 samen 73.256 werknemers in dienst, op een totaal van 1,4 miljoen. Dat is 5,1% van het totaal aantal werknemers in de privé-sector.
Een en ander wil niet zeggen dat bedrijven die geen 20% groei laten optekenen geen jobs creëren. Maar in de totaliteit van die groep van bedrijven – die dus geen 20% groei hebben – zitten er ook heel wat die jobs schrappen.
‘Ondanks de slechtnieuwsshow van banken en verzekeraars zijn de Belgische groeibedrijven een rots in de branding van onze economie’ zegt Hans Crijns, professor aan de Vlerick Business School en hoofd van het impulscentrum Groeimanagement Middelgrote Ondernemingen (IGO). Belangrijke factoren voor het succes zijn een gedreven ondernemer en goed opgeleid management, zegt Crijns.