voka antwaas

Voka trekt met Vlaamse start-ups naar pitch-event in New York

Zeven start-ups trokken deze week met Voka Antwerpen-Waasland richting New York City om daar deel te nemen aan een pitch-event op de capmpus van de Cornell Tech universiteit. De avond maakte deel uit van de Voka Tech@venture-missie van Voka.

Met Voka Tech@venture begeleidt de Kamer Antwerpen-Waasland met de steun van VLAIO en FIT ambitieuze techstarters en techscale-ups naar belangrijke buitenlandse technologieregio’s. Na Tech@venture Singapore vorig jaar, was dit jaar New York aan de beurt. Hoogtepunt van de missie, die vrijdag eindigt, was de pitchavond op Cornell Tech: de innovatiecampus van de Ivy-League University in New York. De Vlaamse delegatie start-ups, die bestond uit Blackbear AI Labs, Taglayer, Fibricheck, SkyeBase, Motulus, Legalfly en Ovinto, moest het opnemen tegen een line-up van Amerikaanse starters om potentiële investeerders te overtuigen.

Geen eenvoudige opdracht, benadrukt Sven De Vocht, directeur Ondernemerschap bij Voka Antwerpen-Waasland. "Maar onze Vlaamse ondernemers moesten nauwelijks onderdoen voor hun Amerikaanse concurrenten. Een paar Vlaamse deelnemers zijn achteraf zelfs benaderd door durfinvesteerders voor een diepgaander een-op-eengesprek."

Belangrijke lessen

Maar ook als daar niet direct een deal uit voortkomt, hebben ze hier toch een paar belangrijke lessen geleerd, gaat De Vocht verder. "Eén heel duidelijk verschil is hoe de ondernemers hier de grootte van hun markt voorstellen. De Amerikaanse start-ups spreken losjes van een marktpotentieel van 300 miljard dollar, terwijl de onze het iets bescheidener over 1 tot 5 miljard dollar hebben", legt hij uit. "Dus dat is zeker een leerpunt: als je markt hier niet groot genoeg is, kijk dan naar welke andere sectoren je je onderneming kan uitbreiden en neem dat mee als je spreekt over je marktpotentieel."

​"Tweede leerpunt: Amerikaanse investeerders zijn ongeduldig. Ze willen een klantenaangroei zien van 20 tot 30% per maand. Pas dan is hun interesse gewekt. En tot slot: Vlaamse start-ups willen graag snel zelfbedruipend zijn", besluit De Vocht. "Maar als je je groei met eigen kapitaal wil financieren, gaat die naar Amerikaanse normen te traag. Hier houden ze wel van ondernemers die financieel all-in gaan. Vlamingen vinden dat roekeloos en riskant, maar hier vinden ze dat net een teken van ambitie."