Puffen en transpireren wordt het nog de komende dagen. Als je moet werken, valt dat zwaar. En voor werknemers die zware, fysieke arbeid uitvoeren is dat nog minder te harden. De vraag is: wanneer is het te warm om te werken?
Het KB van 4 juni 2012 over de thermische omgevingsfactoren stipuleert hoe de werkgever met deze omstandigheden moet omgaan en welke maatregelen hij moet treffen om het welzijn van zijn werknemers te garanderen bij de uitvoering van hun werk. De nadruk wordt meer gelegd op de risicoanalyse van de verschillende factoren die een rol spelen in de thermische omgeving. De actiewaarden voor blootstelling aan warmte zijn vastgesteld uitgaande van de WBGT-index in functie van de fysieke werkbelasting.
Het resultaat van die meting is geen gewone temperatuur, maar een waarde die het totale werkklimaat beschrijft: temperatuur, luchtvochtigheid, stralingstemperatuur. Die WBGT-waarde, afkorting voor ‘Wet Bulb Globe Temperature’ , valt meestal lager uit dan de temperatuur die met een gewone thermometer vastgesteld wordt.
Bepalen wat de ‘actiewaarden’ voor zijn functie zijn, kan een werknemer zelf niet. De fysieke werkbelasting wordt in samenspraak met de arbeidsgeneesheer/preventiediensten in het bedrijf vastgelegd.
In de nieuwsbrief van “Vraag en Aanbod” van 24 augustus verscheen een artikel over de actiewaarden voor blootstelling aan warmte die zijn vastgesteld uitgaande van de WBGT-index in functie van de fysieke werkbelasting en over de te nemen preventiemaatregelen.