Woensdag, net na het middaguur. In de productiehal van Maurice Mathieu nadert het einde van de laatste shift, maar Frédéric Van Goethem (49) is nog vol aan de bak als hij ons met uitgestoken hand tegemoet stapt. Aanleiding tot onze ontmoeting is de negentigste verjaardag van het bedrijf waarin hij zelf al bijna dertig jaar meedraait. “Dat we al zo lang bestaan, dat zou zelfs mijn overgrootvader bij de start onwaarschijnlijk hebben gevonden”, zegt Frédéric. “Gaandeweg zou hij het natuurlijk wel geloofd hebben, op het ogenblik dat de firma stelselmatig begon te groeien.”
Maurice Mathieu begon zijn loopbaan als beroepsmilitair. “Toen hij het leger voor bekeken hield, is hij in de Scheldestad terechtgekomen en heeft hij gezocht naar een andere manier om zijn brood te verdienen. Dat was in het Antwerpen van de jaren dertig geen sinecure. Armoede en werkloosheid waren alomtegenwoordig. Zelf een bedrijf opstarten dat voeding zou maken voor arme mensen: dat werd het plan. Hij koos voor haring in azijn, op dat moment zowat de goedkoopste vis. Zijn eerste haringen pekelde hij in een washok, om maar te zeggen hoe klein het allemaal is begonnen.”
Dat het bedrijf Antwerpse roots heeft en geen Henegouwse – Mathieu werd geboren in Quaregnon, dicht bij de Borinage – komt door de liefde. “Maurice ontmoette zijn toekomstige vrouw in Antwerpen. Op die manier belandde hij in de buurt van de vismarkt, op het Zuid. In de decennia die daarop volgden is het bedrijf liefst vijf keer verhuisd. Van Boechout naar twee verschillende panden in de Riemstraat, dan de Goedehoopstraat en vervolgens naar de Klooster- en Fortuinstraat. Daar zijn we gebleven tot aan onze verhuis naar Zwijndrecht, in 2006.”
Vier jaar geleden kwam de sauzen- en saladeproducent in handen van het Schotense Altoni-Kelderman, al doet die verkoop niets af aan het familiale karakter van het moederbedrijf. “Mijn overgrootvader heeft deze onderneming vierendertig jaar geleid, mijn vader Marc bijna een halve eeuw. Ook een groot deel van ons personeel is al lang op post. Of ik daar een verklaring voor heb? Dat het zo slecht nog niet is om hier te werken.”
Geluk
“Volg mij maar.” Van Goethem gaat ons langs een labyrint van gangen voor naar de productiehal, het kloppend hart van het bedrijf. Onderweg laat zijn mobiele telefoon hem geen halve minuut met rust. “Sommige collega’s zijn afwezig, ik draag vandaag meerdere petjes”, verontschuldigt hij zich. “Iedereen weet dat ze veel aan mij kunnen vragen. Mijn deur staat altijd open.”
Die lagedrempelaanpak zegt veel over de bedrijfsleider die hij altijd is geweest. “Ach, we zijn maar mensen onder elkaar, en respect werkt langs twee kanten. Bovendien besef ik goed dat ik het geluk heb gehad om geboren te worden in een familie als de onze, met alle kansen van dien. Ik ben gelukkig in mijn job en vind dat ook anderen daar recht op hebben.”
Geluk op de werkvloer, bij Maurice Mathieu blijkt het meer regel dan uitzondering. “In die mate zelfs dat ik tijdens mijn vakantie mijn collega’s mis”, zegt Sandra Tytens (53), al vijfendertig jaar in dienst. “Ik kom nog elke dag goedgezind naar mijn werk.” Terwijl ze het zegt, roert ze geconcentreerd in een ketel met warme tomatensaus. “In de winkel ga ik telkens op zoek naar onze sauzen. Vaak kan ik het niet nalaten om omstaanders te zeggen dat die bij ons worden gemaakt.”
Trots: het is ook wat Pascale Frans (48) voelt als ze ‘haar salades’ ziet opduiken bij de slager. “Huisgemaakt, staat er dan. En dan denk ik: mooi niet”, lacht ze. “Eerst maakte ik tonijn- en garnaalsalade, later ook kip in currysaus, maar sinds kort werken we in een beurtsysteem en help ik bij zowat alle bereidingen. Dat houdt het zelfs na zevenentwintig jaar nog altijd spannend.”
De ultieme fin de carrière? Nancy Schellekens (55) heeft er nog geen moment bij stilgestaan. “Het liefst van al blijf ik tot mijn laatste dag bij Maurice Mathieu. Ik hou van mijn job. Meer nog: ik kijk nu al uit naar de acht nieuwe sauzen die we binnenkort gaan maken.”
Big business
Met dat bijkomende assortiment verkent Maurice Mathieu relatief nieuw terrein, dat van de betere brasserieën en restaurants. “We hebben met ons aanbod nooit op consumenten gemikt”, legt Frédéric uit. “Je vindt onze salades en sauzen eerder bij traiteurs, in cateringbedrijven of bij slagers, maar de laatste drie jaar richten we ons ook op de horeca. De kans dat je onze producten daar nog nooit hebt geproefd, is bijzonder klein.”
“Hoe je onze salades kan herkennen? Aan de smaak. Wij voegen aan de productie een warme fase toe, waarin zetmeel, kruiden en water aan de kook worden gebracht. Dat zorgt voor een betere structuur en aromatische smaken. Al die ingrepen kosten meer tijd, geld en energie, maar ze hebben het bedrijf nog geen windeieren gelegd.”
Van Goethem wil er niet flauw over doen: salades zijn altijd al big business geweest. “De eerste salades gingen eind de jaren vijftig de deur uit, al volgden de echte hoogdagen pas tussen 1980 en 1995. In die tijd werd elk product meteen een hit, ongeacht de winkelprijs. Ons personeel moest zelfs op zaterdag komen werken om alle bestellingen te kunnen verwerken.”
Van alle salades staan kip in currysaus en champignons à la Grecque al jaren met stip op één. “Die twee bereidingen zijn door ons uitgevonden. Zeggen dat wij het volk salades hebben leren eten, zou overdreven zijn, maar we hebben wel mee aan de wieg gestaan van enkele populaire klassiekers.”
Vastberaden
Dat Maurice Mathieu binnenkort zijn negentigste verjaardag kán vieren, schrijft Van Goethem toe aan de vastberadenheid binnen het bedrijf. “Neem nu onze kip-currysalade. Veel mensen reageerden verbaasd toen we daar decennia geleden mee van start gingen. En kijk, van dat product gaan hier nog elke week duizenden kilo’s de deur uit. Die vastberadenheid typeert ons: als we ergens voor gaan, gáán we er ook voor. We laten ons niet van de wijs brengen.”
Ook de oorspronkelijke slogan staat anno 2023 nog als een huis: dag in dag uit, vers bereid. “Dat kwaliteitslabel laat ons toe om ambitieus te blijven wat onze verdere rol in de horeca betreft”, vullen bestuursleden Johnny Goossenaerts en Tom en Jasper Kelderman aan. “Dat onze nieuwe sauzen daar binnenkort warm onthaald worden, hebben we niet zomaar van horen zeggen. Het zijn de chef-koks zelf die dat voorspellen. De toekomst van het bedrijf kleurt dus roze. Én lekker.”