Bouwsector pessimistisch over bouwconjunctuur

bouw

De bouwbarometer die Bouwunie elk kwartaal publiceert, blijft ondermaats presteren. Hij stijgt wel in het vierde kwartaal, voor de provincie Antwerpen met 1,1 indexpunt tot 98,5. De gezonde grens waar optimisten en pessimisten mekaar in evenwicht houden (100) komt wel dichterbij maar blijft nog buiten handbereik. Dit betekent dat de Antwerpse bouwondernemers de bouwconjunctuur nog altijd niet als gunstig beoordelen.

De lichte stijging van de bouwbarometer is te danken aan het iets positiever inschatten van het werkvolume en het orderboekje op korte termijn. Dit geldt dan met name voor de bouwondernemers die actief zijn op de particuliere renovatiemarkt. De vooruitzichten voor de woningbouw zijn voor 2016 niet rooskleurig. Ook de investeringen door overheden en nutsmaatschappijen blijven op een erg laag pitje.

Aantal jobs daalt pijlsnel
De voorspellingen over de tewerkstelling en de prijzen scoren erg laag. Terwijl de meeste economische experten verwachten dat de algemene tewerkstelling in de komende maanden en jaren zal stijgen, ziet de bouw het aantal arbeidersjobs in loondienst pijlsnel dalen. Bouwbedrijven met eigen werknemers kunnen niet concurreren tegen goedkopere buitenlandse arbeidskrachten. Als de loonkost niet daalt, zal het werk in de Vlaamse en Antwerpse bouw meer en meer worden uitgevoerd door zelfstandige onderaannemers en buitenlandse (onder)aannemingsbedrijven.

36% van de Antwerpse bouwkmo’s heeft meer werk dan in het derde kwartaal. 24% heeft minder opdrachten. 23% verwacht een stijging van het werkvolume in de eerstvolgende maanden terwijl 18% zich minder opdrachten ziet uitvoeren. De orderboekjes zijn ongeveer even ver in de tijd gevuld als in het vorige kwartaal. 6 op 10 heeft nog voor maximum 3 maanden werk en 30% zit nog goed voor 3 tot 6 maanden. Ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar is dat een lichte verbetering.