Dorien Ooms Foto: Het Fotohuis

COLUMN: Als ’t etiketje niet meer kleeft…

Elke vrijdag geeft redacteur Dorien haar zinnige, onzinnige of eigenzinnige kijk op de voorbije week. Deze week zag ik enkele verhalen over mensen met etiketjes, en over inclusie. En dat is geen illusie, was mijn conclusie.

“Het is mijn autismespectrumstoornis. En ook wel mijn ADHD. Ik kan niet stilzitten, ik moét ondernemen!”

De onderneemster wiens winkel ik bezoek, vertelt me enthousiast over de nieuwste  aanwinst in haar assortiment, een lekkernij die ze tijdens een buitenlandse reis ontdekte. Het idee nestelde zich in haar welwillende hoofd, reisde zo mee naar huis en begon aan een overdonderende overwinningsslag om uit het hoofd te breken en voet aan wal te zetten in de Kempen.

Zo reizen goede ideetjes onopgemerkt mee, en zorgen ze voor een positieve contaminatie van culturen en producten. Enkele heen-en-weermails en wat doorzettingsvermogen later liggen er in een tweedehandswinkel in Geel… ijsjes uit Letland (waarover spoedig meer door ondergetekende reporter).

Dat ze haar etiketje zo nadrukkelijk benoemde, dat triggerde me wel. Het kaderde natuurlijk ook de spraakwaterval en het enthousiasme van de dame die voor me stond. Maar potverdorie, ze omarmt het en doet er iets mee. Ik vind het prachtig.

Vandaag stond ook in de krant het verhaal van Frederik te lezen, een man van 28 die pas een job heeft gevonden op de reguliere arbeidsmarkt. Frederik heeft het syndroom van Down.

Voor Vlaanderen is het een primeur, want Frederik is de eerste persoon met het down-etiketje die dit realiseert. Bij een vzw doet hij allround administratief werk: het verwerken en beantwoorden van vragen, het internetplatform onderhouden. En intussen schrijft hij een boek. “Ik heb lang moeten zoeken”, zegt hij zelf, “maar ik wilde graag écht werk.”

Inclusie. Iedereen moet erbij mogen, en ook erbij kunnen. Soms vraagt het wat omdenken, of wat aanpassingen. Een scherm voor een slechtziende medewerker is toch niet het einde van de wereld. Op mijn vorige werk was er een traplift geïnstalleerd voor die ene straffe collega met een fysieke beperking.

Ze haatte die lift, dat zei ze me meermaals terwijl ze op een slakkengangetje naar boven gleed. Maar het bracht haar wel op de plek waar haar toegevoegde waarde essentieel was, en haar spitante opmerkingen voor een pittige saus op directievergaderingen zorgde.

Als iemand méér wordt dan dat etiketje, uit het hokje breekt en gewoon meedoet met de rest, dan pas besef je hoe waardevol inclusie kan zijn voor een bedrijf, een persoon en niet in het minst voor een hele samenleving.