Hoe zit dat nu met discriminatie op de werkvloer

Ludo Vermeulen

Bij Uitgeverij Larcier is zopas het boek ‘Discriminatie in arbeidsrelaties’ verschenen van Ludo Vermeulen. De auteur is advocaat-vennoot in Vermeulen Heylen Michiels De Graeve, een advocatenkantoor met elf advocaten gespecialiseerd in sociaal recht (arbeidsrecht/socialezekerheidsrecht) met kantoren in Herselt en Mechelen. Hij is ook plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank Antwerpen.

Is obesitas die een leerkracht in een kleuterschool niet meer toelaat om de schoenveters van de kleuters te strikken een handicap? Mag een werkgever een werknemer die omwille van rugklachten zijn werk niet meer kan doen en lichter werk moet krijgen nog ontslaan? Zonder opzegvergoeding? Zijn loonschalen gesteund op anciënniteit in strijd met het verbod van discriminatie op grond van leeftijd? Is een hoofddoekverbod op de werkvloer een discriminatie op grond van geloof? Is discriminatie bij aanwerving eigenlijk wel te bewijzen?

Meer procedures
“Het belang van het recht rond discriminatie neemt almaar toe en er worden meer en meer procedures gevoerd voor de Belgische rechtbanken. Het Gelijkekansencentrum van Jozef Dewitte en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nemen daarin dikwijls het voortouw”, zegt Vermeulen.

Het boek gaat na wat er in de dagelijkse Belgische praktijk terechtkomt van de bescherming tegen discriminatie in arbeidsbetrekkingen op grond van godsdienst, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. De auteur analyseert grondig de rechtspraak waarin het Europees Hof van Justitie zijn visie ontwikkeld heeft over de Kaderrichtlijn en het verbod van discriminatie.

Het opzet van het boek is om na te gaan wat de eerste ervaringen zijn in de praktijk. Aangestuurd vanuit de Europese Unie heeft het antidiscriminatierecht grote en hooggestemde ambities. Ook om economische motieven: zoveel mogelijk mensen aan het werk. Hoe vinden die ambities hun weg in de Belgische rechtspraak en in het Belgisch recht in het algemeen? Wat is er ‘op de begane grond’ van het arbeidsrecht te merken van al het gefilosofeer in de ‘ivoren torens van de rechtsgeleerdheid’ over het begrip discriminatie en de bestanddelen ervan?