Smulders Raf Iemants Directeur Raf Iemants van Smulders Groep. Foto Joris Herregods

“Kempense staalboeren” Europese top in bouw windparken op zee

Naast de Schelde in Hoboken (Antwerpen) wordt momenteel een enorm platform voor een Duits windpark in zee afgewerkt. Een constructie van in totaal 7.150 ton die is opgetrokken uit Kempens staal. “In zulke offshore platformen zitten wij bij de absolute top van Europa”, zegt directeur Raf Iemants van Smulders Groep, met vestigingen in Arendonk en Balen.

Op de voormalige scheepswerf Cockerill in Hoboken wordt de laatste hand gelegd aan de Baltic Eagle, een transmissieplatform bestemd voor de Baltische Zee in Duitsland. De vijf verdiepingen tellende module moet de geproduceerde energie van de vijftig windturbines van het Duitse zeepark omzetten van een laag naar een hoog voltage. Die elektriciteit gaat vervolgens via onderzeese kabels naar het vasteland. Eind dit jaar rolt de enorme constructie, goed voor een prijskaartje van 105 miljoen euro, op een schip dat het via de Schelde naar zijn Duitse bestemming voert. Met kabels zo dik als voorarmen hijst een kraan de Baltic Eagle er op zijn fundering in de zee.

De bouw gebeurt volledig in ons land. Twee bedrijven zijn daarvoor verantwoordelijk. Equans (het vroegere Fabricom, Axima en Cofely) en Smulders Groep. Zij delen de site van 118.000 vierkante meter om de enorme constructies “van scratch” op te bouwen en werken daarvoor nauw samen, met elk zijn expertise. “Equans zijn de elektriekers, wij de staalboeren”, vat directeur Raf Iemants van Smulders het met Kempense nuchterheid kernachtig samen.

 

Het transmissiestation met helikopterplatform, dat 40 meter boven de zeespiegel zal uitsteken. Foto Joris Herregods

Smulders Groep is in 2002 ontstaan uit drie bedrijven, met naast het Nederlandse Smulders ook twee Kempense staalbedrijven: Iemants uit Arendonk en Willems uit Balen. Zij leveren nog altijd de stalen onderdelen waarmee in Hoboken de offshore platformen worden opgetrokken. “Onze offshore activiteiten zijn begonnen met funderingen voor een windmolenpark in Denemarken. Ondertussen hebben wij al meer 2.500 funderingen en 37 hoogspanningsstations voor windparken in zee afgeleverd”, zegt Raf Iemants. “Daar zijn we best fier op. Een Kempens bedrijf op zee, dat zie je niet elke dag (lacht).”

Arendonk en Balen leveren ook staal voor bruggen en andere grote constructies. Maar de offshore windparken zijn intussen met voorsprong de belangrijkste activiteit geworden. “Offshore is voor ons heel belangrijk en al goed voor 80% van onze business. Wij zitten nu in de absolute Europese top.”

Met enorme stalen kabels zal het platform op zijn vaste plaats in de Baltische Zee worden gehesen. Foto Joris Herregods

Smulders Groep is een dochteronderneming van de Franse bouwgroep Eiffage. Intussen telt Smulders vijf vestigingen in België, Polen en het Verenigd Koninkrijk. In Hoboken stelt de groep een vijfhonderdtal mensen tewerk, in totaal zijn het er meer dan duizend. “In de Kempen bouwen we de metalen onderdelen die vervolgens in de productiehal in Hoboken in grotere constructies worden gebouwd”, legt Iemants uit. De cijfers van het platform Baltic Eagle zijn indrukwekkend. De gesloten module met helikopterplatform is 50,8 meter lang, 30,7 meter breed en weegt 4.250 ton. De vierpotige stalen fundering weegt nog eens 2.900 ton.

Smulders gelooft sterk in het groeipotentieel van het offshorewerk. Ook al omdat de Europese Commissie onlangs nog het belang van windenergie vanop zee heeft benadrukt en dat aandeel groene stroom nog fors wil optrekken de komende jaren – zeker nu ook de bevoorradingszekerheid onder druk staat door de oorlog in Oekraïne en de bijbehorende energieconflicten.

De module alleen al weegt meer dan vierduizend ton. Foto Joris Herregods

Binnenin het platform zorgen enorme installaties voor het omzetten van de stroom van windmolens op zee in hoogspanning voor het vasteland. Foto Joris Herregods