IMG_0238

Kwart wil extra rijstrook op E313

1 op de 4 automobilisten die geregeld de E313-snelweg gebruiken, ziet een extra rijstrook als een oplossing voor de files. Het uitbouwen van alternatieve wegroutes en vroeger of later mogen beginnen op het werk zijn andere oplossingen. De gegevens komen uit een enquête van Voka en onderzoeksbureau iVox.

Voor de studie werden 1.000 Vlamingen ondervraagd over mobiliteit. De auto blijft het belangrijkste vervoersmiddel naar het werk. 40% doet dat met de eigen wagen en 14% met een bedrijfsauto. Slechts 1 op 20 maakt gebruik van het openbaar vervoer.

Belangrijk signaal
200 respondenten kregen een specifieke vragenreeks over de E313. “Een kwart van de ondervraagden gelooft dat extra rijstroken de oplossing zijn om minder lang in de file te staan”, zegt Renilde Craps, gedelegeerd bestuurder van Voka Mechelen-Kempen. “Een belangrijk signaal, want we pleiten zelf al langer voor de uitbreiding van de snelwegcapaciteit. De files op de Antwerpse ring zijn ’s morgens voelbaar tot in de Kempen. Een verbreding van de E313 is dan ook nodig als we de problemen van morgen en overmorgen willen oplossen. Structureel onderhoud is niet voldoende.”

Zo’n 34% van de ondervraagde Vlamingen wil minder vrachtwagens op de weg om de files te verminderen. “Inzetten op multimodaliteit is één van de onze speerpunten. We zien dat heel wat bedrijven al inspanningen doen om hun goederen via het water, het spoor of de lucht te laten leveren. Want zij staan ook in die files en verliezen kapitaal. Ook zij zoeken volop naar alternatieven”, zegt Renilde Craps.

Tegelijk vraagt ze dringend werk te maken van alternatieven zoals een stipt en meer uitgebreid openbaar vervoer. “Amper 1 op de 3 gebruikers is tevreden over de stiptheid van het openbaar vervoer. Dat moet omhoog. Vandaag gaat 80% van de totale middelen die Vlaanderen en de federale overheid uitgeven aan personenmobiliteit, naar openbaar vervoer. Ondanks die miljardensteun staat het openbaar vervoer maar in voor 10% van onze verplaatsingen. Dat kan niet.”