Tom Laveren Foto: Leen Van de Sande

Ondernemersorganisatie Voka houdt gemeenten spiegel voor

“In geen enkele andere regio in Vlaanderen was de economische groei de afgelopen tien jaar zo sterk als in de regio Mechelen-Kempen. Die groei willen we houden en versterken.” Het voorbije jaar verzamelde Voka Mechelen-Kempen allerhande cijfers en data, waarmee ze nu de gemeentebesturen confronteren. “We houden hen een spiegel voor. Niet om te oordelen, wel om te helpen”, zegt gedelegeerd bestuurder Tom Laveren.

De ondernemersorganisatie Voka heeft zopas een verkiezingsmemorandum bezorgd aan de politici die het tegen elkaar opnemen tijdens de volgende parlementsverkiezingen. Voka Mechelen-Kempen voegt daar een eigen memorandum aan toe, bestemd voor de politici die zich wagen aan de lokale verkiezingen. Want ook lokale besturen hebben een belangrijke vinger in de pap als het gaat om economische groei. “We gaan met politici van alle 39 gemeenten praten, zowel de partijen die nu aan de macht zijn als de oppositie”, zegt Tom Laveren.

De economie doet het goed, zowel in de Mechelse regio als in de Kempen. Het bruto nationaal product in Mechelen Kempen steeg de voorbije tien jaar van 29 naar 42 miljard euro. Nergens anders in Vlaanderen is die groei zo groot. “Maar we mogen niet op onze lauweren rusten”, benadrukt Tom Laveren. “We moeten 4 procent per jaar blijven groeien.”

De industrie is in Mechelen-Kempen verantwoordelijk voor 31 procent van de economische groei. Dat is meer dan in Vlaanderen (20 procent) of België (15 procent). Zou de farmaceutische industrie, die een sterke groei kende tijdens de coronacrisis, de cijfers niet vertekenen? Tom Laveren is overtuigd van niet: “Pfizer heeft in die periode hele zware investeringen gedaan in onze regio. Die moeten ook na de coronacrisis blijven. Ook de chemische industrie, denk aan Kaneka in Oevel (Westerlo) of Soudal in Turnhout, blijft sterk groeien. De Ineos-site in Geel ligt dan weer grotendeels stil, dus daar valt nog winst te halen.”

Geblokkeerde industriegrond

Gemeentebesturen kunnen veel doen. Daarom selecteerde Voka Mechelen-Kempen uit 26 criteria vijf topprioriteiten, die de economische groei kunnen versterken. Helemaal bovenaan in die lijst: industriegrond. Die blijkt erg schaars. In slechts vijf van de 27 Kempense gemeenten is er nog industriegrond onmiddellijk beschikbaar.

“In de hele regio Mechelen-Kempen is nog wel 621 hectare paars ingekleurd als industriegrond, maar niet onmiddellijk beschikbaar”, zegt Tom Laveren. “Dat heeft verscheidene redenen, zoals watergevoelig gebied of nog niet ontsloten terreinen. In 2040 gaat er een stolp over die grond. Wat niet in gebruik is, zal nooit meer worden bebouwd. Het is dus heel belangrijk dat we deze geblokkeerde industrieterreinen zo snel mogelijk bruikbaar maken.”

“We voeren daarover al intensieve gesprekken met de gemeentebesturen. We weten wel dat zij eraan werken, maar dat mag sneller. Het is een probleem dat 29 gemeenten in de regio Mechelen-Kempen niet meteen industriegrond meer beschikbaar hebben”, weet Tom Laveren. “Een tijdje geleden contacteerde een groot bedrijf ons. Dat zocht een grond van 20 hectare. We hadden twee opties, maar pas over drie tot vijf jaar. Dat bedrijf bouwt nu in Nederland. Daardoor missen we heel wat tewerkstelling. Een snellere ontwikkeling brengt ons meer inkomsten, meer jobs en meer welvaart.”

Ingetrokken vergunningsaanvragen

Ook op de prioriteitenlijst: de omgevingsvergunningen. “Vanuit de industrie en bedrijven zijn de voorbije vijf jaar 2.116 omgevingsvergunningen aangevraagd in de regio Mechelen-Kempen. 30 procent van die aanvragen is vroegtijdig ingetrokken. In Turnhout gaat het om 45 procent, in Balen 7 procent. We willen niemand met de vinger wijzen, maar studies tonen aan dat de gemeentelijke dienst Omgeving een rol kan spelen. Is die dienst voldoende bemand? Is er voldoende kwaliteit aanwezig? De toewijzing van omgevingsvergunningen is complexe materie geworden. Uiteraard spelen ook andere factoren mee. In Turnhout is de doorlooptijd 117 dagen. Dat is beter dan in Herselt, waar de gemiddelde duur om een vergunning te verkrijgen 146 dagen is. Maar dit zijn cijfers die aantonen dat er iets moet veranderen. Veel gemeenten kennen deze cijfers niet eens, of zijn zich er niet van bewust.”

Op zoek naar 62.000 werknemers

We moeten niet alleen op zoek naar meer beschikbare industriegrond, maar ook naar meer werkenden. Voka berekent dat we tegen 2030 zeker 62.000 werknemers meer nodig hebben. “Maar één op de vijf is niet op zoek naar werk”, toont Tom Laveren. “In de Kempen is in enkele gemeenten het aantal inactieven nog groter, tot 33,8 procent in Baarle-Hertog en 27 procent in Ravels. We hebben in Mechelen-Kempen ook 24.000 werkzoekenden. Eén op de drie is al langer dan twee jaar werkloos, maar in veel gemeenten ligt dat aantal nog hoger, tot 45,1 procent in Vosselaar of 42,3 procent in Merksplas. Dit vraagt om dringende actie, want tegen de zomer van 2024 zijn er weer 9.000 vacatures in Mechelen-Kempen. Voor 40 procent van die jobs is zelfs geen diploma noodzakelijk.”

Gemeentebesturen kunnen daaraan zeker iets doen, weet Tom Laveren. “Sinds vorig jaar kunnen gemeenten een samenwerkingsverband met VDAB aangaan om leefloners aan het werk te krijgen. Voka wil daarop toekijken. Schrijven de leefloners zich in bij de VDAB? Gaan ze in op het aanbod van bedrijven en nemen ze dat ernstig? Worden ze in het andere geval wel gesanctioneerd? Ik besef dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Ook bedrijven hebben een opdracht, zeker als het gaat om de taal. Bedrijven willen wel investeren in taalopleiding, maar dat lost de dringende vraag naar personeel niet op. Misschien biedt kunstmatige intelligentie (AI), die volop in ontwikkeling is, ons wel mogelijkheden om bijvoorbeeld instructies op het werk meteen te vertalen.”

Meer mensen aan het werk. Vlaanderen mikt op een tewerkstellingsgraad van 80 procent. Slechts één gemeente in de Kempen, Rijkevorsel, haalt die norm. Hoogstraten (74 procent), Turnhout (71 procent) en Ravels (70 procent) scoren het slechtst. “Voka legt de lat op 85 procent. De Scandinavische landen tonen ons dat dit haalbaar is. We trekken met deze cijfers naar de gemeenten en zien erop toe dat actie wordt ondernomen. Per slot van rekening ontvangen gemeenten 1.000 euro per leefloner die ze kunnen activeren.”

Op zoek naar de talenten van leerlingen

Onderwijs ligt de gedelegeerd bestuurder van Voka Mechelen-Kempen na aan het hart. “We stellen vast dat een op de drie leerlingen in het ASO minstens één keer is blijven zitten”, zegt Tom Laveren. “Dat kan beter. In Technopolis in Mechelen heeft Voka daarom als proefproject een eerste talentcenter geopend. Daar hebben we tweehonderd leerlingen getest om te ontdekken wat hun talenten zijn, waar ze sterk in zijn. Op basis van die gegevens kunnen we zien welke jobs ze zouden kunnen uitoefenen en welke studies ze daarvoor best doen. Uit de eerste resultaten blijkt dat 41 procent van de leerlingen hun studiekeuze hebben aangepast. We investeren nu in meer talentcenters. In 2025 zouden we alle leerlingen in het land moeten kunnen testen.”

Meten om te weten

Geen economische groei als de infrastructuur niet voorhanden of onderhouden is. Voka vraagt daarom dat de gemeenten 20% van hun budget investeren in infrastructuur. “Voor de hele regio Mechelen-Kempen gaat dat om 300 miljoen euro per jaar. Dat is haalbaar”, meent Tom Laveren. Maar ook de Vlaamse overheid moet een tand bijsteken, zodat we ons niet vastrijden. Voka Mechelen-Kempen dringt voor vijf werven aan op een snelle aanpak: de ontknoping van Mechelen Noord en Zuid, een sneltram op de A12 die een volwaardige snelweg moet worden, drie rijstroken op de E313, een ontsluiting van de kanaalzone in Beerse en een verbreding van de N71 tussen Geel en Mol.

“We hebben achtduizend verschillende data waarmee we meer kunnen doen dan alleen maar zeggen dat je meer mensen moet activeren”, benadrukt Tom Laveren. “Met deze cijfers kunnen we meten wat de toestand is en hoe hij wordt aangepakt. We kunnen bijvoorbeeld aantonen dat heel wat economische activiteit in Mol verdwijnt, terwijl die in de buurgemeenten Lommel en Ham groeit. We houden de gemeenten een spiegel voor. Niet om ze met de vinger te wijzen, wel om te helpen. We maken er geen competitie van, maar we willen aantonen wat beter kan.”