Galaxy Studios in Mol failliet Mollywood werd in 2009 opgericht door de broers Guy en Wilfried Van Baelen als zusterbedrijf van de wereldvermaarde Galaxy Studio’s. — © BERT DE DEKEN

Parket start onderzoek naar geldstromen Mollywood, dochterbedrijf van Galaxy Studio’s

Het parket is een onderzoek gestart naar de geldstromen van het bedrijf Mollywood, dat in januari van dit jaar failliet is verklaard. Dat meldt RTV. Mollywood was een dochteronderneming van Galaxy Studio’s in Mol, dat vorige week op de fles is gegaan.

Het parket voert standaard altijd een onderzoek uit bij grote faillissementen, en hoewel er eerst geen kennis was van criminele geldstromen naar Galaxy Studio’s zelf, blijkt nu dat er een onderzoek loopt naar de dochteronderneming Mollywood bv, die begin dit jaar failliet werd verklaard.

Mollywood werd in 2009 opgericht door de broers Guy en Wilfried Van Baelen als zusterbedrijf van de wereldvermaarde Galaxy Studio’s. Het richtte zich op de financiering van filmprojecten via taxshelter. Dat is een fiscale regeling die de productie van audiovisuele projecten aanmoedigt. Bedrijven kunnen via taxshelter investeren in een audiovisueel project zoals een film of een televisieserie. In ruil voor die investering krijgen ze dan een verminderde belasting op bedrijfswinsten.

Lees ook: Ooit thuis voor Helmut Lotti en Kendrick Lamar, nu is internationaal bekende opnamestudio Galaxy Studios in Mol failliet

Mollywood financierde meer dan 130 filmprojecten, waaronder Noordzee Texas, Hasta la Vista, Filth, Verliefd op Ibiza, Toscaanse Bruiloft, Kenau, Eisenstein in Guanajuato en Bankier van het Verzet. Ook de televisieseries Cordon en Gent-West waren voorbeelden van producties die Mollywood bv mee mogelijk maakte.

Verscheidene investeerders die geld in Mollywood hebben gestoken, onder wie invloedrijke figuren in de Kempense bedrijfswereld, zouden zich zorgen maken over het verlies van hun investeringen, variërend van tienduizenden tot meer dan 1,5 miljoen euro, en het bijbehorende fiscale voordeel. Het onderzoek moet uitwijzen of het geld van de investeerders mogelijk is gebruikt voor andere doeleinden.