Guy Van Looy (52) was 17 jaar uitbater van café Saloed in Rijkevorsel. Eind 2019 moest hij stoppen omdat een auto-immuunziekte zijn kraakbeen afbreekt. “Ik ging op zoek naar een hobby en kwam bij bier brouwen uit”, vertelt Guy. “Het begon met het lezen van boeken over bier en de aankoop van een kleine brouwketel. Daarna ben ik samen met Niels aan de slag gegaan. De keuken heeft al vaak overhoop gestaan op zondag. In het begin kwam er veel opzoekwerk en proberen bij, vooraleer we een recept hadden dat voldeed aan onze verwachtingen.”
Groeiende vraag
“Het was inderdaad vaak puzzelen”, zegt Niels (22). “Dat je pas zes weken na het brouwen kan proeven of het is gelukt, maakt het extra spannend. Voor het donkere bier hebben we chocolademout en sinaasappelschillen gebruikt. Het blonde bier krijgt zijn smaak op basis van de hopsoorten, er zit onder meer een nieuwe Zuid-Afrikaanse hop in. Thuis kunnen we maar een viertal bakken per keer brouwen. Omdat de vraag begint te groeien, mochten we bij twee brouwerijen in Vlaams-Brabant 1.000 liter Afzuiper en 500 liter van Ne Poefer brouwen.”
Mandarijnhop
Als naam voor hun huisbrouwerij kozen Guy en Niels voor ’t Tikkeneike. “Toen we erover aan het nadenken waren, keken we naar de kippen in onze tuin”, legt Niels uit. “Afzuiper en Ne Poefer komen uit het caféleven. Het amberkleurig bier wordt gebrouwen op basis van mandarijnhop en is gekruid met vlierbloesem. We vonden zelf dat we aan het zeveren waren als iemand er iets over vroeg en zo was de naam Zievereir gevonden. Misschien komt er later nog een kriekbier bij. Ik wil ook eens proberen om een pils te brouwen, want dat is het moeilijkste.”
Op Paasmaandag organiseert ’t Tikkeneike een proefmoment in café Saloed. “Voor ons moet het een hobby blijven”, zegt Guy. “Als ze onze bieren schenken in enkele cafés in Rijkevorsel ben ik al tevreden. De reacties die we al hebben gekregen op onze bieren zijn goed. Ne Poefer valt in de smaak bij wie van donker bier houdt.”
Vader en zoon overwegen om een brouwopleiding te volgen bij het volwassenonderwijs in Anderlecht. “Ik moet nog een jaar studeren voor leerkracht lager onderwijs en doe daarna nog een postgraduaat wiskunde”, zegt Niels. “Als dat achter de rug is, kunnen we samen aan de opleiding beginnen.”
