Lemmens Lodewyckx

2/3 redt jobs dankzij tijdelijke dop

Zonder de mogelijkheid om personeel op tijdelijke werkloosheid te plaatsen, zouden het afgelopen jaar in Limburg tienduizenden jobs gesneuveld zijn. Dat blijkt uit een rondvraag van Unizo Limburg en VKW Limburg bij 451 Limburgse werkgevers. Van de bedrijven die in 2020 tijdelijke werkloosheid hebben ingeroepen, geven 2 op 3 aan dat ze anders mensen hadden moeten ontslaan.

Misschien logisch: in sectoren als events, horeca en toerisme was 95% anders tot ontslagen moeten overgaan. In de bouw ging het om 44%. Gemiddeld geven bedrijven aan dat ze zonder die tijdelijke werkloosheid maar liefst 34% van hun totale personeel hadden moeten laten gaan. In de zwaarst getroffen sectoren zou men afscheid genomen hebben van bijna 60% van de collega’s, in de productie van 17%. De maatregelen hebben dus wel degelijk tienduizenden jobs gered.

Als reactie op de resultaten pleiten Unizo en VKW Limburg resoluut voor een verlenging van de ondersteuning, en dit via tijdelijke werkloosheid en/of een alternatief, zoals loonsubsidiëring. “De steunmaatregelen blijven van kapitaal belang en dienen deel uit te maken van een verantwoord exit- en relanceplan”, vindt Bart Lodewyckx. “Nu de heropening van de hele economie langzaam maar zeker dichterbij komt, moeten de inspanningen nog even worden aangehouden om een sociaal bloedbad af te wenden. We vragen op zijn minst een verlenging van het systeem tot 1 juli 2021, aangevuld met mogelijke alternatieven als een loonsubsidiëring voor specifieke sectoren zoals de evenementensector. Het zou een enorme blunder zijn om al de inspanningen die tot nog toe zeer efficiënt zijn gebleken, teniet te doen door de tijdelijke werkloosheid van de ene op de andere dag ondoordacht te laten stoppen.”

Ruben Lemmens van VKW Limburg vult aan: “Er is perspectief, maar we zijn helaas nog te ver van de eindmeet. Steunmaatregelen met een bewezen track record mogen niet te bruusk worden afgebouwd of stopgezet. Om zo te vermijden dat bedrijven die een fundamenteel gezonde basis hebben, alsnog moeten opgeven in het zicht van de finish. Volhouden moet, waar nodig in aangepaste vorm, om nog gerichter in te spelen op noden die zich zullen stellen. Alleen zo kan de draad terug volledig opgepikt worden!”